Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. discrimineren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für discrimineren (Niederländisch) ins Schwedisch

discrimineren:

discrimineren Verb (discrimineer, discrimineert, discrimineerde, discrimineerden, gediscrimineerd)

  1. discrimineren (achterstellen)
    diskriminera
    • diskriminera Verb (diskriminerar, diskriminerade, diskriminerat)

Konjugationen für discrimineren:

o.t.t.
  1. discrimineer
  2. discrimineert
  3. discrimineert
  4. discrimineren
  5. discrimineren
  6. discrimineren
o.v.t.
  1. discrimineerde
  2. discrimineerde
  3. discrimineerde
  4. discrimineerden
  5. discrimineerden
  6. discrimineerden
v.t.t.
  1. heb gediscrimineerd
  2. hebt gediscrimineerd
  3. heeft gediscrimineerd
  4. hebben gediscrimineerd
  5. hebben gediscrimineerd
  6. hebben gediscrimineerd
v.v.t.
  1. had gediscrimineerd
  2. had gediscrimineerd
  3. had gediscrimineerd
  4. hadden gediscrimineerd
  5. hadden gediscrimineerd
  6. hadden gediscrimineerd
o.t.t.t.
  1. zal discrimineren
  2. zult discrimineren
  3. zal discrimineren
  4. zullen discrimineren
  5. zullen discrimineren
  6. zullen discrimineren
o.v.t.t.
  1. zou discrimineren
  2. zou discrimineren
  3. zou discrimineren
  4. zouden discrimineren
  5. zouden discrimineren
  6. zouden discrimineren
en verder
  1. ben gediscrimineerd
  2. bent gediscrimineerd
  3. is gediscrimineerd
  4. zijn gediscrimineerd
  5. zijn gediscrimineerd
  6. zijn gediscrimineerd
diversen
  1. discrimineer!
  2. discrimineert!
  3. gediscrimineerd
  4. discriminerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für discrimineren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
diskriminera achterstellen; discrimineren

Wiktionary Übersetzungen für discrimineren:


Cross Translation:
FromToVia
discrimineren skilja på; differentiera differenzieren — unterscheiden