Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für bevatten (Niederländisch) ins Schwedisch
bevatten:
-
bevatten (inhouden)
Konjugationen für bevatten:
o.t.t.
- bevat
- bevat
- bevat
- bevatten
- bevatten
- bevatten
o.v.t.
- bevatte
- bevatte
- bevatte
- bevatten
- bevatten
- bevatten
v.t.t.
- heb bevat
- hebt bevat
- heeft bevat
- hebben bevat
- hebben bevat
- hebben bevat
v.v.t.
- had bevat
- had bevat
- had bevat
- hadden bevat
- hadden bevat
- hadden bevat
o.t.t.t.
- zal bevatten
- zult bevatten
- zal bevatten
- zullen bevatten
- zullen bevatten
- zullen bevatten
o.v.t.t.
- zou bevatten
- zou bevatten
- zou bevatten
- zouden bevatten
- zouden bevatten
- zouden bevatten
diversen
- bevat!
- bevat!
- bevat
- bevattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für bevatten:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
addera | bevatten; inhouden | bijrekenen; bijtellen; erbij doen; erbij tellen; optellen; samenschikken; toevoegen; voegen |
tillägga | bevatten; inhouden | annexeren; erbij doen; inlijven; overnemen; toeschrijven; toevoegen; voegen |
Verwandte Definitionen für "bevatten":
Wiktionary Übersetzungen für bevatten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bevatten | → innehålla | ↔ contain — To hold inside |
• bevatten | → inkludera; innehålla; omfatta | ↔ encompass — include |
• bevatten | → fatta; begripa | ↔ erfassen — (transitiv) das wesentliche einer Sache verstehen |
• bevatten | → omfatta; innefatta | ↔ comprendre — Contenir en soi |
• bevatten | → instänga; inspärra; sluta sig; innehålla; innefatta; sammanfatta; begränsa | ↔ renfermer — enfermer de nouveau. |