Niederländisch
Detailübersetzungen für slis (Niederländisch) ins Schwedisch
slissen:
-
slissen
Konjugationen für slissen:
o.t.t.
- slis
- slist
- slist
- slissen
- slissen
- slissen
o.v.t.
- sliste
- sliste
- sliste
- slisten
- slisten
- slisten
v.t.t.
- heb geslist
- hebt geslist
- heeft geslist
- hebben geslist
- hebben geslist
- hebben geslist
v.v.t.
- had geslist
- had geslist
- had geslist
- hadden geslist
- hadden geslist
- hadden geslist
o.t.t.t.
- zal slissen
- zult slissen
- zal slissen
- zullen slissen
- zullen slissen
- zullen slissen
o.v.t.t.
- zou slissen
- zou slissen
- zou slissen
- zouden slissen
- zouden slissen
- zouden slissen
en verder
- ben geslist
- bent geslist
- is geslist
- zijn geslist
- zijn geslist
- zijn geslist
diversen
- slis!
- slist!
- geslist
- slissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für slissen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
läspa | slissen | fluisteren; lispelen; sissen |
Computerübersetzung von Drittern: