Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. gebelgd:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gebelgd (Niederländisch) ins Schwedisch

gebelgd:

gebelgd Adjektiv

  1. gebelgd (misnoegd; ontevreden)
    missnöjd
  2. gebelgd (verontwaardigd; misnoegd; verstoord; gekwetst)
    rasande; ond; upprörd; förargad
  3. gebelgd (verbolgen; kwaad; boos; )
    sur; förbannat; ilsken; surt; ilsket; argt

Übersetzung Matrix für gebelgd:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sur verbitteren; vergrammen
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ond boosaardig; slecht
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
argt boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; onderdrukt; opgekropt; razend; tierend; verbeten; verkropt; woedend; woest
förargad gebelgd; gekwetst; misnoegd; verontwaardigd; verstoord gebeten; misnoegd; verstoord
förbannat boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd boos; dol; erg boos; furieus; gedoemd; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; spinnijdig; tierend; verdikkeme; verdoemd; verdomd; verdomme; verdorie; vervloekt; verwenst; woedend; woest
ilsken boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd fel; heftig; hevig; verwoed
ilsket boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd boos; dol; fel; furieus; heftig; hels; hevig; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; verwoed; woedend; woest
missnöjd gebelgd; misnoegd; ontevreden
ond gebelgd; gekwetst; misnoegd; verontwaardigd; verstoord
rasande gebelgd; gekwetst; misnoegd; verontwaardigd; verstoord erg boos; maniakaal; spinnijdig
sur boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd bitter; galachtig; gepikeerd; geprikkeld; misnoegd; ontstemd; wrevelig; zuur
surt boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd bitter; galachtig; gepikeerd; geprikkeld; misnoegd; ontstemd; wrang; wrevelig; zuur; zuur smakend
upprörd gebelgd; gekwetst; misnoegd; verontwaardigd; verstoord geschokt; getroffen; onthutst; ontredderd; ontsteld; ontzet; overstuur; van streek; verschrikt

Verwandte Wörter für "gebelgd":

  • gebelgde