Niederländisch
Detailed Synonyms for vervluchtigen in Niederländisch
vervluchtigen:
-
vervluchtigen
Konjugationen für vervluchtigen:
o.t.t.
- vervluchtig
- vervluchtigt
- vervluchtigt
- vervluchtigen
- vervluchtigen
- vervluchtigen
o.v.t.
- vervluchtigde
- vervluchtigde
- vervluchtigde
- vervluchtigden
- vervluchtigden
- vervluchtigden
v.t.t.
- heb vervluchtigd
- hebt vervluchtigd
- heeft vervluchtigd
- hebben vervluchtigd
- hebben vervluchtigd
- hebben vervluchtigd
v.v.t.
- had vervluchtigd
- had vervluchtigd
- had vervluchtigd
- hadden vervluchtigd
- hadden vervluchtigd
- hadden vervluchtigd
o.t.t.t.
- zal vervluchtigen
- zult vervluchtigen
- zal vervluchtigen
- zullen vervluchtigen
- zullen vervluchtigen
- zullen vervluchtigen
o.v.t.t.
- zou vervluchtigen
- zou vervluchtigen
- zou vervluchtigen
- zouden vervluchtigen
- zouden vervluchtigen
- zouden vervluchtigen
diversen
- vervluchtig!
- vervluchtigt!
- vervluchtigd
- vervluchtigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze