Niederländisch
Detailed Synonyms for steun in Niederländisch
steun:
-
de steun
-
de steun
-
de steun
-
de steun
-
de steun
-
de steun
-
de steun
-
de steun
– dat waarop iets anders rust 1 -
de steun
– hulp die je krijgt bij problemen 1
Verwandte Wörter für "steun":
Verwandte Definitionen für "steun":
steun form of steunen:
-
steunen
-
steunen
-
steunen
-
steunen
-
steunen
-
steunen
– erop of ertegen rusten 1 -
steunen
– iemand helpen 1 -
steunen
– klagend en zuchtend iets zeggen 1
Konjugationen für steunen:
o.t.t.
- steun
- steunt
- steunt
- steunen
- steunen
- steunen
o.v.t.
- steunde
- steunde
- steunde
- steunden
- steunden
- steunden
v.t.t.
- heb gesteund
- hebt gesteund
- heeft gesteund
- hebben gesteund
- hebben gesteund
- hebben gesteund
v.v.t.
- had gesteund
- had gesteund
- had gesteund
- hadden gesteund
- hadden gesteund
- hadden gesteund
o.t.t.t.
- zal steunen
- zult steunen
- zal steunen
- zullen steunen
- zullen steunen
- zullen steunen
o.v.t.t.
- zou steunen
- zou steunen
- zou steunen
- zouden steunen
- zouden steunen
- zouden steunen
en verder
- ben gesteund
- bent gesteund
- is gesteund
- zijn gesteund
- zijn gesteund
- zijn gesteund
diversen
- steun!
- steunt!
- gesteund
- steunend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de steunen
-
de steunen