Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. specificeren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for specificeren in Niederländisch

specificeren:

specificeren Verb (specificeer, specificeert, specificeerde, specificeerden, gespecificeerd)

  1. specificeren
    specificeren
    • specificeren Verb (specificeer, specificeert, specificeerde, specificeerden, gespecificeerd)

Konjugationen für specificeren:

o.t.t.
  1. specificeer
  2. specificeert
  3. specificeert
  4. specificeren
  5. specificeren
  6. specificeren
o.v.t.
  1. specificeerde
  2. specificeerde
  3. specificeerde
  4. specificeerden
  5. specificeerden
  6. specificeerden
v.t.t.
  1. heb gespecificeerd
  2. hebt gespecificeerd
  3. heeft gespecificeerd
  4. hebben gespecificeerd
  5. hebben gespecificeerd
  6. hebben gespecificeerd
v.v.t.
  1. had gespecificeerd
  2. had gespecificeerd
  3. had gespecificeerd
  4. hadden gespecificeerd
  5. hadden gespecificeerd
  6. hadden gespecificeerd
o.t.t.t.
  1. zal specificeren
  2. zult specificeren
  3. zal specificeren
  4. zullen specificeren
  5. zullen specificeren
  6. zullen specificeren
o.v.t.t.
  1. zou specificeren
  2. zou specificeren
  3. zou specificeren
  4. zouden specificeren
  5. zouden specificeren
  6. zouden specificeren
en verder
  1. ben gespecificeerd
  2. bent gespecificeerd
  3. is gespecificeerd
  4. zijn gespecificeerd
  5. zijn gespecificeerd
  6. zijn gespecificeerd
diversen
  1. specificeer!
  2. specificeert!
  3. gespecificeerd
  4. specificerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze