Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. snoepen:
  2. snoep:


Niederländisch

Detailed Synonyms for snoepen in Niederländisch

snoepen:

snoepen Verb (snoep, snoept, snoepte, snoepten, gesnoept)

  1. snoepen
    snoepen
    • snoepen Verb (snoep, snoept, snoepte, snoepten, gesnoept)

Konjugationen für snoepen:

o.t.t.
  1. snoep
  2. snoept
  3. snoept
  4. snoepen
  5. snoepen
  6. snoepen
o.v.t.
  1. snoepte
  2. snoepte
  3. snoepte
  4. snoepten
  5. snoepten
  6. snoepten
v.t.t.
  1. heb gesnoept
  2. hebt gesnoept
  3. heeft gesnoept
  4. hebben gesnoept
  5. hebben gesnoept
  6. hebben gesnoept
v.v.t.
  1. had gesnoept
  2. had gesnoept
  3. had gesnoept
  4. hadden gesnoept
  5. hadden gesnoept
  6. hadden gesnoept
o.t.t.t.
  1. zal snoepen
  2. zult snoepen
  3. zal snoepen
  4. zullen snoepen
  5. zullen snoepen
  6. zullen snoepen
o.v.t.t.
  1. zou snoepen
  2. zou snoepen
  3. zou snoepen
  4. zouden snoepen
  5. zouden snoepen
  6. zouden snoepen
en verder
  1. ben gesnoept
  2. bent gesnoept
  3. is gesnoept
  4. zijn gesnoept
  5. zijn gesnoept
  6. zijn gesnoept
diversen
  1. snoep!
  2. snoept!
  3. gesnoept
  4. snoepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "snoepen":


snoepen form of snoep:

snoep [de ~ (m)] Nomen

  1. de snoep
    de snoep
  2. de snoep
    – zoete, lekkere dingen zonder voedingswaarde 1
    de snoep
    – zoete, lekkere dingen zonder voedingswaarde 1
    • snoep [de ~ (m)] Nomen
      • dat dikke kind eet teveel snoep1

Verwandte Wörter für "snoep":


Verwandte Definitionen für "snoep":

  1. zoete, lekkere dingen zonder voedingswaarde1
    • dat dikke kind eet teveel snoep1