Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. peddel:
  2. peddelen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for peddel in Niederländisch

peddel:

peddel [de ~ (m)] Nomen

  1. de peddel
    de peddel

Verwandte Wörter für "peddel":

  • peddelen, peddels, peddeltje, peddeltjes

peddel form of peddelen:

peddelen Verb (peddel, peddelt, peddelde, peddelden, gepeddeld)

  1. peddelen
    peddelen
    • peddelen Verb (peddel, peddelt, peddelde, peddelden, gepeddeld)

Konjugationen für peddelen:

o.t.t.
  1. peddel
  2. peddelt
  3. peddelt
  4. peddelen
  5. peddelen
  6. peddelen
o.v.t.
  1. peddelde
  2. peddelde
  3. peddelde
  4. peddelden
  5. peddelden
  6. peddelden
v.t.t.
  1. heb gepeddeld
  2. hebt gepeddeld
  3. heeft gepeddeld
  4. hebben gepeddeld
  5. hebben gepeddeld
  6. hebben gepeddeld
v.v.t.
  1. had gepeddeld
  2. had gepeddeld
  3. had gepeddeld
  4. hadden gepeddeld
  5. hadden gepeddeld
  6. hadden gepeddeld
o.t.t.t.
  1. zal peddelen
  2. zult peddelen
  3. zal peddelen
  4. zullen peddelen
  5. zullen peddelen
  6. zullen peddelen
o.v.t.t.
  1. zou peddelen
  2. zou peddelen
  3. zou peddelen
  4. zouden peddelen
  5. zouden peddelen
  6. zouden peddelen
en verder
  1. ben gepeddeld
  2. bent gepeddeld
  3. is gepeddeld
  4. zijn gepeddeld
  5. zijn gepeddeld
  6. zijn gepeddeld
diversen
  1. peddel!
  2. peddelt!
  3. gepeddeld
  4. peddelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "peddelen":