Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. ondersneeuwen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for ondersneeuwen in Niederländisch

ondersneeuwen:

ondersneeuwen Verb (sneeuw onder, sneeuwt onder, sneeuwde onder, sneeuwden onder, ondergesneeuwd)

  1. ondersneeuwen
    ondersneeuwen
    • ondersneeuwen Verb (sneeuw onder, sneeuwt onder, sneeuwde onder, sneeuwden onder, ondergesneeuwd)

Konjugationen für ondersneeuwen:

o.t.t.
  1. sneeuw onder
  2. sneeuwt onder
  3. sneeuwt onder
  4. sneeuwen onder
  5. sneeuwen onder
  6. sneeuwen onder
o.v.t.
  1. sneeuwde onder
  2. sneeuwde onder
  3. sneeuwde onder
  4. sneeuwden onder
  5. sneeuwden onder
  6. sneeuwden onder
v.t.t.
  1. ben ondergesneeuwd
  2. bent ondergesneeuwd
  3. is ondergesneeuwd
  4. zijn ondergesneeuwd
  5. zijn ondergesneeuwd
  6. zijn ondergesneeuwd
v.v.t.
  1. was ondergesneeuwd
  2. was ondergesneeuwd
  3. was ondergesneeuwd
  4. waren ondergesneeuwd
  5. waren ondergesneeuwd
  6. waren ondergesneeuwd
o.t.t.t.
  1. zal ondersneeuwen
  2. zult ondersneeuwen
  3. zal ondersneeuwen
  4. zullen ondersneeuwen
  5. zullen ondersneeuwen
  6. zullen ondersneeuwen
o.v.t.t.
  1. zou ondersneeuwen
  2. zou ondersneeuwen
  3. zou ondersneeuwen
  4. zouden ondersneeuwen
  5. zouden ondersneeuwen
  6. zouden ondersneeuwen
diversen
  1. sneeuw onder!
  2. sneeuwt onder!
  3. ondergesneeuwd
  4. ondersneeuwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze