Niederländisch
Detailed Synonyms for moedeloos worden in Niederländisch
moedeloos worden:
moedeloos worden Verb (word moedeloos, wordt moedeloos, werd moedeloos, werden moedeloos, moedeloos geworden)
-
moedeloos worden
moedeloos worden-
moedeloos worden Verb (word moedeloos, wordt moedeloos, werd moedeloos, werden moedeloos, moedeloos geworden)
-
Konjugationen für moedeloos worden:
o.t.t.
- word moedeloos
- wordt moedeloos
- wordt moedeloos
- worden moedeloos
- worden moedeloos
- worden moedeloos
o.v.t.
- werd moedeloos
- werd moedeloos
- werd moedeloos
- werden moedeloos
- werden moedeloos
- werden moedeloos
v.t.t.
- ben moedeloos geworden
- bent moedeloos geworden
- is moedeloos geworden
- zijn moedeloos geworden
- zijn moedeloos geworden
- zijn moedeloos geworden
v.v.t.
- was moedeloos geworden
- was moedeloos geworden
- was moedeloos geworden
- waren moedeloos geworden
- waren moedeloos geworden
- waren moedeloos geworden
o.t.t.t.
- zal moedeloos worden
- zult moedeloos worden
- zal moedeloos worden
- zullen moedeloos worden
- zullen moedeloos worden
- zullen moedeloos worden
o.v.t.t.
- zou moedeloos worden
- zou moedeloos worden
- zou moedeloos worden
- zouden moedeloos worden
- zouden moedeloos worden
- zouden moedeloos worden
diversen
- word moedeloos!
- wordt moedeloos!
- moedeloos geworden
- moedeloos wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze