Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze blinderen

Synonyms for "blinderen" in Niederländisch

Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. blinderen:

Niederländisch

Detailed Synonyms for blinderen in Niederländisch

blinderen:

blinderen Verb (blindeer, blindeert, blindeerde, blindeerden, geblindeerd)

  1. blinderen
    afdekken; blinderen
    • afdekken Verb (dek af, dekt af, dekte af, dekten af, afgedekt)
    • blinderen Verb (blindeer, blindeert, blindeerde, blindeerden, geblindeerd)

Konjugationen für blinderen:

o.t.t.
  1. blindeer
  2. blindeert
  3. blindeert
  4. blinderen
  5. blinderen
  6. blinderen
o.v.t.
  1. blindeerde
  2. blindeerde
  3. blindeerde
  4. blindeerden
  5. blindeerden
  6. blindeerden
v.t.t.
  1. heb geblindeerd
  2. hebt geblindeerd
  3. heeft geblindeerd
  4. hebben geblindeerd
  5. hebben geblindeerd
  6. hebben geblindeerd
v.v.t.
  1. had geblindeerd
  2. had geblindeerd
  3. had geblindeerd
  4. hadden geblindeerd
  5. hadden geblindeerd
  6. hadden geblindeerd
o.t.t.t.
  1. zal blinderen
  2. zult blinderen
  3. zal blinderen
  4. zullen blinderen
  5. zullen blinderen
  6. zullen blinderen
o.v.t.t.
  1. zou blinderen
  2. zou blinderen
  3. zou blinderen
  4. zouden blinderen
  5. zouden blinderen
  6. zouden blinderen
diversen
  1. blindeer!
  2. blindeert!
  5. geblindeerd
  6. blinderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0141 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden