Niederländisch
Detailed Synonyms for belicht in Niederländisch
belicht:
-
belicht
verlicht; verhelderd; bijgelicht; belicht; beschenen-
verlicht Adjektiv
-
verhelderd Adjektiv
-
bijgelicht Adjektiv
-
belicht Adjektiv
-
beschenen Adjektiv
-
-
belicht
verhelderd; uitgelegd; opgehelderd; toegelicht; belicht-
verhelderd Adjektiv
-
uitgelegd Adjektiv
-
opgehelderd Adjektiv
-
toegelicht Adjektiv
-
belicht Adjektiv
-
Verwandte Wörter für "belicht":
belichten:
-
belichten
-
belichten
-
belichten
Konjugationen für belichten:
o.t.t.
- belicht
- belicht
- belicht
- belichten
- belichten
- belichten
o.v.t.
- belichtte
- belichtte
- belichtte
- belichtten
- belichtten
- belichtten
v.t.t.
- heb belicht
- hebt belicht
- heeft belicht
- hebben belicht
- hebben belicht
- hebben belicht
v.v.t.
- had belicht
- had belicht
- had belicht
- hadden belicht
- hadden belicht
- hadden belicht
o.t.t.t.
- zal belichten
- zult belichten
- zal belichten
- zullen belichten
- zullen belichten
- zullen belichten
o.v.t.t.
- zou belichten
- zou belichten
- zou belichten
- zouden belichten
- zouden belichten
- zouden belichten
diversen
- belicht!
- belicht!
- belicht
- belichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze