Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. behandeld:
  2. behandelen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for behandeld in Niederländisch

behandeld:

behandeld Adjektiv

  1. behandeld
    behandeld

behandelen:

behandelen Verb (behandel, behandelt, behandelde, behandelden, behandeld)

  1. behandelen
    behandelen; verzorgen
    • behandelen Verb (behandel, behandelt, behandelde, behandelden, behandeld)
    • verzorgen Verb (verzorg, verzorgt, verzorgde, verzorgden, verzorgd)
  2. behandelen
    behandelen; iets afhandelen
  3. behandelen
    behandelen; onder behandeling nemen
  4. behandelen
    – erover praten of schrijven 1
    behandelen
    – erover praten of schrijven 1
    • behandelen Verb (behandel, behandelt, behandelde, behandelden, behandeld)
      • de leraar behandelt het onderwerp 'metalen'1
  5. behandelen
    – met iets of iemand omgaan 1
    behandelen
    – met iets of iemand omgaan 1
    • behandelen Verb (behandel, behandelt, behandelde, behandelden, behandeld)
      • 'voorzichtig behandelen' stond er op de doos1
  6. behandelen
    – proberen beter te maken 1
    behandelen
    – proberen beter te maken 1
    • behandelen Verb (behandel, behandelt, behandelde, behandelden, behandeld)
      • de dokter behandelt de patiënt1

Konjugationen für behandelen:

o.t.t.
  1. behandel
  2. behandelt
  3. behandelt
  4. behandelen
  5. behandelen
  6. behandelen
o.v.t.
  1. behandelde
  2. behandelde
  3. behandelde
  4. behandelden
  5. behandelden
  6. behandelden
v.t.t.
  1. heb behandeld
  2. hebt behandeld
  3. heeft behandeld
  4. hebben behandeld
  5. hebben behandeld
  6. hebben behandeld
v.v.t.
  1. had behandeld
  2. had behandeld
  3. had behandeld
  4. hadden behandeld
  5. hadden behandeld
  6. hadden behandeld
o.t.t.t.
  1. zal behandelen
  2. zult behandelen
  3. zal behandelen
  4. zullen behandelen
  5. zullen behandelen
  6. zullen behandelen
o.v.t.t.
  1. zou behandelen
  2. zou behandelen
  3. zou behandelen
  4. zouden behandelen
  5. zouden behandelen
  6. zouden behandelen
diversen
  1. behandel!
  2. behandelt!
  3. behandeld
  4. behandelende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Definitionen für "behandelen":

  1. erover praten of schrijven1
    • de leraar behandelt het onderwerp 'metalen'1
  2. met iets of iemand omgaan1
    • 'voorzichtig behandelen' stond er op de doos1
  3. proberen beter te maken1
    • de dokter behandelt de patiënt1