Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. zwoel:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für zwoeler (Niederländisch) ins Französisch

zwoeler form of zwoel:

zwoel Adjektiv

  1. zwoel (benauwd; broeierig)
    oppressant; brûlant; embué; étouffant; chaud; suffoquant; lourd

Übersetzung Matrix für zwoel:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
brûlant heet
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
chaud warm
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
brûlant benauwd; broeierig; zwoel adembenemend; bloedheet; boeiend; brandend; branderig; fel; fonkelend; geil; gepassioneerd; gloeiend; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; hevig; hitsig; meeslepend; opgewonden; opwindend; pakkend; seksueel opgewonden; sensationeel; smoorheet; spannend; stormachtig; temperamentvol; vlammend; vurig; warm; warmbloedig; zinderend
chaud benauwd; broeierig; zwoel geil; heet; hitsig; opgewonden; pikant; pittig; seksueel opgewonden; smaak prikkelend
embué benauwd; broeierig; zwoel
lourd benauwd; broeierig; zwoel corpulent; dik; geladen; gezet; lastig; lijvig; lomp; machtig; met een groot gewicht; moeilijk; moeilijk verteerbaar; niet makkelijk; onelegant; ongemakkelijk; opladen van een geweer; plomp; slecht verteerbaar; vet; vettig; zwaar; zwaarlijvig
oppressant benauwd; broeierig; zwoel beklemmend; benauwend; lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar
suffoquant benauwd; broeierig; zwoel moeilijk ademend
étouffant benauwd; broeierig; zwoel adembenemend; bedompt; benauwd; drukkend; eng; muf; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte; verstikkend

Verwandte Wörter für "zwoel":

  • zwoelheid, zwoeler, zwoelere, zwoelst, zwoelste, zwoele

Wiktionary Übersetzungen für zwoel:

zwoel
adjective
  1. En parlant du temps
  2. Qui appartenir, qui a rapport à l’amour, qui en procéder.
  3. Qui faire que l’on étouffer.

Cross Translation:
FromToVia
zwoel lourd schwüldas Wetter und die Luft betreffend: unangenehm heiß und feucht