Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
bref
|
kortweg; zonder omhaal
|
beknopt; bondig; eenvoudigweg; haastig; in het kort; kernachtig; kort; kortaf; kortom; kortstondig; kortweg; korzelig; minimaal; raak; samengevat; snauwend; summier; terloops; vluchtig; wrevelig
|
brusquement
|
bot; kortaf; zonder omhaal
|
abrupt; bruusk; eensklaps; ineens; kortaf; nors; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onzacht; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk
|
d'un ton brusque
|
bot; kortaf; zonder omhaal
|
abrupt; bruusk; eensklaps; ineens; kortaf; nors; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onzacht; opeens; plots; plotseling; plotsklaps
|
d'un ton sec
|
bot; kortaf; zonder omhaal
|
|
en un mot
|
kortweg; zonder omhaal
|
|
pour abréger
|
kortweg; zonder omhaal
|
|
rudement
|
bot; kortaf; zonder omhaal
|
agressief; bedriegelijk; gefingeerd; gewelddadig; hard; hardhandig; nagemaakt; onecht; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onwaar; onzacht; ruw; vals
|
sans détours
|
bot; kortaf; zonder omhaal
|
botweg; cru; direct; eerlijk; effen; egaal; fideel; gelijk; geslepen; glad; kaarsrecht; kernachtig; lijnrecht; loodrecht; met open vizier; onbewimpeld; ongezouten; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; plat; platweg; raak; recht; rechttoe rechtaan; rondborstig; ronduit; strak; trouwhartig; vlak; vlakuit; vrij; vrijelijk; vrijuit; zonder omwegen
|
simplement
|
bot; kortaf; zonder omhaal
|
eenvoudig; eenvoudigweg; gemakkelijk; gewoonweg; gladweg; in een handomdraai; klinkklaar; kortweg; licht; makkelijk; moeiteloos; natuurlijk; niet donker; niet moeilijk; ongecompliceerd; ongekunsteld; puur; regelrecht; ronduit; simpel; simpelweg; vanzelf; zonder moeite
|
sobrement
|
bot; kortaf; zonder omhaal
|
berooid; dunnetjes; eenvoudig; ingetogen; karig; mager; magertjes; matig; pover; schraal; schraaltjes; sober; sobertjes; stemmig
|
sèchement
|
bot; kortaf; zonder omhaal
|
sec
|
tout net
|
bot; kortaf; zonder omhaal
|
botweg; effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; gladaf; plat; strak; vlak; vlakuit
|