Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Französisch ->übersetze zakelijkheid

übersetze zakelijkheid von Niederländische ins Französisch

Übersicht

Niederländisch nach Französisch: mehr Daten

zakelijkheid:
- sens pratique; esprit réaliste
zakelijk:
- rationnel; réservé; impersonel; rationnellement; avec réserve
Wiktionary:
- zakelijk → commercial, concis
- zakelijk → pertinent, pertinente, adéquat

Niederländisch

Detailübersetzungen für zakelijkheid (Niederländisch) ins Französisch

zakelijkheid:

zakelijkheid [de ~ (v)] Nomen

de zakelijkheid
le sens pratique; l'esprit réaliste
- sens pratique [le ~] Nomen
- esprit réaliste [le ~] Nomen

Übersetzung Matrix für zakelijkheid:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
esprit réaliste	zakelijkheid	nuchterheid
sens pratique	zakelijkheid

Verwandte Wörter für "zakelijkheid":

zakelijk

zakelijkheid form of zakelijk:

zakelijk Adjektiv

zakelijk (nuchter; koel)
rationnel; réservé; impersonel; rationnellement; avec réserve
- rationnel Adjektiv
- réservé Adjektiv
- impersonel Adjektiv
- rationnellement Adjektiv
- avec réserve Adjektiv

Übersetzung Matrix für zakelijk:

Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
avec réserve	koel; nuchter; zakelijk	ingetrokken
impersonel	koel; nuchter; zakelijk
rationnel	koel; nuchter; zakelijk	beredeneerd; koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen; rationeel; redelijk; verstandelijk
rationnellement	koel; nuchter; zakelijk	koel; koud; logisch; onaangedaan; onberoerd; onbewogen; volgens de logica
réservé	koel; nuchter; zakelijk	afstandelijk; bescheiden; besproken; discreet; discrete; geheimzinnig; gematigd; gereserveerd; gesloten; getemperd; ingetogen; ingetrokken; kies; koel; koud; onbuigzaam; onverzettelijk; opzijgezet; stemmig; stijfkoppig; stil; stug; taai; taciturn; terughoudend; terughoudende; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam

Verwandte Wörter für "zakelijk":

zakelijkheid, zakelijker, zakelijkere, zakelijkst, zakelijkste, zakelijke

Wiktionary Übersetzungen für zakelijk:

zakelijk

adjective

Qui a rapport au commerce, à la vente comme à l’achat.
- commercial → commercieel; zakelijk
Qui exprimer quelque chose le plus clairement possible avec un nombre de mots restreint.
- concis → beknopt; bondig; kernachtig; kort; summier; zakelijk

Cross Translation:

From	To	Via
• zakelijk	→ pertinent; pertinente	↔ sachbezogen — an der Sache orientiert; unter Zurückstellung persönlicher/emotionaler Faktoren
• zakelijk	→ adéquat	↔ sachgerecht — sachlich richtig

Computerübersetzung von Drittern: