Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. woeligheid:
  2. woelig:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für woeligheid (Niederländisch) ins Französisch

woeligheid:


woelig:


Übersetzung Matrix für woelig:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
actif actieve vorm; activum; bedrijvende vorm; boedel; huisraad; inboedel
nerveux neuroot; zenuwlijder; zenuwpees
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
actif onrustig; roerig; woelig actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; beweeglijk; bezig; daadkrachtig; druk; dynamisch; energiek; levendig; nijver; noest; snelwerkend; werkend; werkzaam
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
affairé onrustig; roerig; woelig actief; bedrijvig; bezig; druk
agité bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig geagiteerd; gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; hard; hardop; hectisch; jachtig; levendig; luid; luidkeels; ongedurig; uit volle borst; verhit
animé onrustig; roerig; woelig actief; bedrijvig; bevlogen; beweeglijk; bezet; bezield; bezig; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; enthousiast; fideel; fleurig; geanimeerd; geestdriftig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; lawaaierig; levendig; levenslustig; luid; luidruchtig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; rumoerig; tierig; uitgelaten; vief; vol fut; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig
d'une manière agitée bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig geagiteerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; levendig; verhit
mouvementé bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig bekakt; bewogen; dikdoenerig; geaffecteerd; gepassioneerd; gevoelvol; geëmotioneerd
nerveuse onrustig; roerig; woelig
nerveux onrustig; roerig; woelig gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig; nerveus; ongedurig; onrustig; schichtig; schrikachtig; vreesachtig; zenuwachtig
remuant onrustig; roerig; woelig actief; beweeglijk; bezet; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; spartelend; tierig; vrolijk
sans relâche onrustig; roerig; woelig aanhoudend; altijd; altijddurend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; rusteloos; steeds; voortdurend
sans repos onrustig; roerig; woelig rusteloos
turbulent bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig bezet; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; lawaaierig; levendig; levenslustig; luid; luidruchtig; monter; ongedurig; opgetogen; opgewekt; rumoerig; stoeiziek; tierig; uitbundig; uitgelaten; vrolijk

Verwandte Wörter für "woelig":


Wiktionary Übersetzungen für woelig:

woelig
adjective
  1. Qui est dans quelques troubles, dans quelques agitations d’esprit, soit par craintes, soit par irrésolutions et incertitudes.
  2. Qui se meut ou qui peut être mû, qui n’est pas fixe. (Sens général).