Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. willen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für willend (Niederländisch) ins Französisch

willend form of willen:

willen Verb (wil, wilt, wil/wilt, wilde, wilden, gewild)

  1. willen (wensen)
    vouloir; désirer; aimer
    • vouloir Verb (veux, veut, voulons, voulez, )
    • désirer Verb (désire, désires, désirons, désirez, )
    • aimer Verb (aime, aimes, aimons, aimez, )
  2. willen (moeten; believen)
    devoir; falloir; être obligé de; être dans l'obligation de

Konjugationen für willen:

o.t.t.
  1. wil
  2. wilt
  3. wil/wilt
  4. willen
  5. willen
  6. willen
o.v.t.
  1. wilde
  2. wilde
  3. wilde
  4. wilden
  5. wilden
  6. wilden
v.t.t.
  1. heb gewild
  2. hebt gewild
  3. heeft gewild
  4. hebben gewild
  5. hebben gewild
  6. hebben gewild
v.v.t.
  1. had gewild
  2. had gewild
  3. had gewild
  4. hadden gewild
  5. hadden gewild
  6. hadden gewild
o.t.t.t.
  1. zal willen
  2. zult willen
  3. zal willen
  4. zullen willen
  5. zullen willen
  6. zullen willen
o.v.t.t.
  1. zou willen
  2. zou willen
  3. zou willen
  4. zouden willen
  5. zouden willen
  6. zouden willen
diversen
  1. wil!
  2. wilt!
  3. gewild
  4. willend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für willen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
devoir ingewikkeldheid; moeilijkheid; moeten; plicht; probleem; schrijfwerk; verhandeling; werkstuk
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aimer wensen; willen beminnen; houden van; lekker vinden; liefhebben; lusten; minnen
devoir believen; moeten; willen dienen; moeten; schuldig zijn; verplicht zijn
désirer wensen; willen begeren; een sterke begeerte hebben naar; hongeren naar; hopen; op hopen zetten; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen
falloir believen; moeten; willen dienen; moeten; verplicht zijn
vouloir wensen; willen
être dans l'obligation de believen; moeten; willen dienen; moeten; verplicht zijn
être obligé de believen; moeten; willen dienen; moeten; verplicht zijn

Verwandte Wörter für "willen":


Verwandte Definitionen für "willen":

  1. het bewust proberen te doen, het verlangen of wensen1
    • hij wil weer naar school gaan1
  2. werkwoord dat een mogelijkheid aangeeft1
    • het wil wel eens gebeuren dat de auto niet start1

Wiktionary Übersetzungen für willen:

willen
verb
  1. iets als verlangen hebben
willen
verb
  1. Avoir l’intention, la volonté de faire quelque chose, s’y déterminer. (Sens général)

Cross Translation:
FromToVia
willen → avoir l'intention mean — to intend; plan on doing
willen vouloir; avoir envie want — desire
willen souhaiter; espérer wish — to hope for an outcome