Übersicht
Niederländisch nach Französisch: mehr Daten
- wikkelen:
-
Wiktionary:
- wikkelen → enrouler
- wikkelen → emmailloter, langer, tourner, retourner
Niederländisch
Detailübersetzungen für wikkelend (Niederländisch) ins Französisch
wikkelend form of wikkelen:
-
wikkelen
emballer; envelopper-
emballer Verb (emballe, emballes, emballons, emballez, emballent, emballais, emballait, emballions, emballiez, emballaient, emballai, emballas, emballa, emballâmes, emballâtes, emballèrent, emballerai, emballeras, emballera, emballerons, emballerez, emballeront)
-
envelopper Verb (enveloppe, enveloppes, enveloppons, enveloppez, enveloppent, enveloppais, enveloppait, enveloppions, enveloppiez, enveloppaient, enveloppai, enveloppas, enveloppa, enveloppâmes, enveloppâtes, enveloppèrent, envelopperai, envelopperas, enveloppera, envelopperons, envelopperez, envelopperont)
-
Konjugationen für wikkelen:
o.t.t.
- wikkel
- wikkelt
- wikkelt
- wikkelen
- wikkelen
- wikkelen
o.v.t.
- wikkelde
- wikkelde
- wikkelde
- wikkelden
- wikkelden
- wikkelden
v.t.t.
- heb gewikkeld
- hebt gewikkeld
- heeft gewikkeld
- hebben gewikkeld
- hebben gewikkeld
- hebben gewikkeld
v.v.t.
- had gewikkeld
- had gewikkeld
- had gewikkeld
- hadden gewikkeld
- hadden gewikkeld
- hadden gewikkeld
o.t.t.t.
- zal wikkelen
- zult wikkelen
- zal wikkelen
- zullen wikkelen
- zullen wikkelen
- zullen wikkelen
o.v.t.t.
- zou wikkelen
- zou wikkelen
- zou wikkelen
- zouden wikkelen
- zouden wikkelen
- zouden wikkelen
diversen
- wikkel!
- wikkelt!
- gewikkeld
- wikkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für wikkelen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
emballer | wikkelen | emballeren; inpakken; inwikkelen; kartonneren; omwikkelen; verpakken |
envelopper | wikkelen | bedekken; bemantelen; beperken; bijsluiten; bijvoegen; emballeren; hullen; indammen; inhullen; inkapselen; inkleden; inpakken; inpalmen; inperken; insluiten; inwikkelen; limiteren; maskeren; om het lijf binden; ombinden; omcirkelen; omhullen; omsingelen; omsluiten; omwikkelen; omwinden; toevoegen; van afsluitende laag voorzien; verhullen; verpakken; versluieren |