Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. welsprekend:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für welsprekend (Niederländisch) ins Französisch

welsprekend:

welsprekend Adjektiv

  1. welsprekend
  2. welsprekend (met een gladde tong; met een fluwelen tong)

Übersetzung Matrix für welsprekend:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
astucieux met een fluwelen tong; met een gladde tong; welsprekend adrem; berekenend; bij de pinken; bijdehand; briljant; clever; fabelachtig; fantastisch; gaaf; gehaaid; geniaal; geslepen; gevat; gewiekst; goochem; ingenieus; kien; knap; krankzinnig; kundig; kunstig; leep; pienter; raak; reuze; scherpzinnig; schrander; slim; sluw; snedig; snugger; spitsvondig; te gek; uitgekiend; uitgeslapen; vaardig; vernuftig; vindingrijk; waanzinnig; wijs
éloquemment met een fluwelen tong; met een gladde tong; welsprekend
éloquent met een fluwelen tong; met een gladde tong; welsprekend welbespraakt
étant beau parleur met een fluwelen tong; met een gladde tong; welsprekend

Verwandte Wörter für "welsprekend":


Wiktionary Übersetzungen für welsprekend:

welsprekend
adjective
  1. Qui a de l’éloquence, du talent à s’exprimer, en parlant d’une personne.

Cross Translation:
FromToVia
welsprekend éloquent eloquent — fluently persuasive and articulate
welsprekend éloquent beredt — hervorragend in der sprachlichen Ausdrucksweise
welsprekend éloquente; éloquent eloquent — fähig, sich angemessen und wirkungsvoll auszudrücken