Niederländisch
Detailübersetzungen für wegzinken (Niederländisch) ins Französisch
wegzinken:
-
wegzinken (inzinken)
-
wegzinken (vervallen; wegglijden; inzinken; aftakelen; afzakken; afglijden)
couler; sombrer; s'enfoncer; s'enliser-
couler Verb (coule, coules, coulons, coulez, coulent, coulais, coulait, coulions, couliez, coulaient, coulai, coulas, coula, coulâmes, coulâtes, coulèrent, coulerai, couleras, coulera, coulerons, coulerez, couleront)
-
sombrer Verb (sombre, sombres, sombrons, sombrez, sombrent, sombrais, sombrait, sombrions, sombriez, sombraient, sombrai, sombras, sombra, sombrâmes, sombrâtes, sombrèrent, sombrerai, sombreras, sombrera, sombrerons, sombrerez, sombreront)
-
s'enfoncer Verb
-
s'enliser Verb
-
Konjugationen für wegzinken:
o.t.t.
- zink weg
- zinkt weg
- zinkt weg
- zinken weg
- zinken weg
- zinken weg
o.v.t.
- zonk weg
- zonk weg
- zonk weg
- zonken weg
- zonken weg
- zonken weg
v.t.t.
- ben weggezonken
- bent weggezonken
- is weggezonken
- zijn weggezonken
- zijn weggezonken
- zijn weggezonken
v.v.t.
- was weggezonken
- was weggezonken
- was weggezonken
- waren weggezonken
- waren weggezonken
- waren weggezonken
o.t.t.t.
- zal wegzinken
- zult wegzinken
- zal wegzinken
- zullen wegzinken
- zullen wegzinken
- zullen wegzinken
o.v.t.t.
- zou wegzinken
- zou wegzinken
- zou wegzinken
- zouden wegzinken
- zouden wegzinken
- zouden wegzinken
diversen
- zink weg!
- zinkt weg!
- weggezonken
- wegzinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für wegzinken:
Computerübersetzung von Drittern: