Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. wegwaaien:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wegwaaiden (Niederländisch) ins Französisch

wegwaaien:

wegwaaien Verb (waai weg, waait weg, waaide weg, waaiden weg, weggewaaid)

  1. wegwaaien (wegstuiven; verwaaien)

Konjugationen für wegwaaien:

o.t.t.
  1. waai weg
  2. waait weg
  3. waait weg
  4. waaien weg
  5. waaien weg
  6. waaien weg
o.v.t.
  1. waaide weg
  2. waaide weg
  3. waaide weg
  4. waaiden weg
  5. waaiden weg
  6. waaiden weg
v.t.t.
  1. ben weggewaaid
  2. bent weggewaaid
  3. is weggewaaid
  4. zijn weggewaaid
  5. zijn weggewaaid
  6. zijn weggewaaid
v.v.t.
  1. was weggewaaid
  2. was weggewaaid
  3. was weggewaaid
  4. waren weggewaaid
  5. waren weggewaaid
  6. waren weggewaaid
o.t.t.t.
  1. zal wegwaaien
  2. zult wegwaaien
  3. zal wegwaaien
  4. zullen wegwaaien
  5. zullen wegwaaien
  6. zullen wegwaaien
o.v.t.t.
  1. zou wegwaaien
  2. zou wegwaaien
  3. zou wegwaaien
  4. zouden wegwaaien
  5. zouden wegwaaien
  6. zouden wegwaaien
diversen
  1. waai weg!
  2. waait weg!
  3. weggewaaid
  4. wegwaaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wegwaaien:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
partir en coup de vent verwaaien; wegstuiven; wegwaaien wegdraven; weghaasten; weghollen; wegijlen; wegrennen; wegsnellen; wegspoeden; wegstuiven
s'envoler verwaaien; wegstuiven; wegwaaien afreizen; afspatten; afspringen; afvliegen; fladderen; groeien; groot worden; omhoogkomen; omvliegen; opgroeien; opstappen; opstijgen; opstuiven; opvliegen; opwaaien; opwaarts vliegen; smeren; uitvliegen; vertrekken; verwijderen; wapperen; weggaan; wegreizen; wegtrekken; wegvliegen