Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. wegscheren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wegschoren (Niederländisch) ins Französisch

wegscheren:

wegscheren Verb (scheer weg, scheert weg, schoor weg, schoren weg, weggeschoren)

  1. wegscheren
    raser
    • raser Verb (rase, rases, rasons, rasez, )

Konjugationen für wegscheren:

o.t.t.
  1. scheer weg
  2. scheert weg
  3. scheert weg
  4. scheren weg
  5. scheren weg
  6. scheren weg
o.v.t.
  1. schoor weg
  2. schoor weg
  3. schoor weg
  4. schoren weg
  5. schoren weg
  6. schoren weg
v.t.t.
  1. heb weggeschoren
  2. hebt weggeschoren
  3. heeft weggeschoren
  4. hebben weggeschoren
  5. hebben weggeschoren
  6. hebben weggeschoren
v.v.t.
  1. had weggeschoren
  2. had weggeschoren
  3. had weggeschoren
  4. hadden weggeschoren
  5. hadden weggeschoren
  6. hadden weggeschoren
o.t.t.t.
  1. zal wegscheren
  2. zult wegscheren
  3. zal wegscheren
  4. zullen wegscheren
  5. zullen wegscheren
  6. zullen wegscheren
o.v.t.t.
  1. zou wegscheren
  2. zou wegscheren
  3. zou wegscheren
  4. zouden wegscheren
  5. zouden wegscheren
  6. zouden wegscheren
diversen
  1. scheer weg!
  2. scheert weg!
  3. weggeschoren
  4. wegscherend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wegscheren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
raser wegscheren aandringen; afbreken; breken; donderjagen; doordrammen; doordrukken; drammen; ergens uitscheuren; neerhalen; omverhalen; scheren; slopen; uit elkaar halen; zeuren

Computerübersetzung von Drittern: