Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Französisch ->übersetze vrouwelijkheid

übersetze vrouwelijkheid von Niederländische ins Französisch

Übersicht

Niederländisch nach Französisch: mehr Daten

vrouwelijkheid:
- féminité; caractère féminin; douceur féminine
vrouwelijk:
- féminin
Wiktionary:
- vrouwelijkheid → féminité
- vrouwelijk → féminine, femelle, féminin
- vrouwelijk → féminin, femelle

Niederländisch

Detailübersetzungen für vrouwelijkheid (Niederländisch) ins Französisch

vrouwelijkheid:

vrouwelijkheid [de ~ (v)] Nomen

de vrouwelijkheid
la féminité
- féminité [la ~] Nomen
de vrouwelijkheid
la féminité; le caractère féminin; la douceur féminine
- féminité [la ~] Nomen
- caractère féminin [le ~] Nomen
- douceur féminine [la ~] Nomen

Übersetzung Matrix für vrouwelijkheid:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
caractère féminin	vrouwelijkheid	vrouwenaard; vrouwenkarakter; vrouwenmanier
douceur féminine	vrouwelijkheid
féminité	vrouwelijkheid

Verwandte Wörter für "vrouwelijkheid":

vrouwelijk

Wiktionary Übersetzungen für vrouwelijkheid:

vrouwelijkheid

noun

caractère de ce qui est féminin.
- féminité → vrouwelijkheid

vrouwelijk:

vrouwelijk Adjektiv

vrouwelijk (feminien)
féminin
- féminin Adjektiv

Übersetzung Matrix für vrouwelijk:

Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
féminin	feminien; vrouwelijk	onmanlijk; verwijfd; vrouwachtig

Verwandte Wörter für "vrouwelijk":

vrouwelijkheid, vrouwelijker, vrouwelijkere, vrouwelijkst, vrouwelijkste, vrouwelijke

Wiktionary Übersetzungen für vrouwelijk:

vrouwelijk

adjective

met betrekking tot een vrouw, kenmerkend voor een vrouw
- vrouwelijk → féminine

vrouwelijk

adjective

zoologie|fr Du sexe organisé pour concevoir et enfanter ou pondre les œufs.
- femelle → vrouwelijk
(grammaire, fr) Un des genres de mots. Il est généralement — mais pas toujours — lié à la femme.
- féminin → vrouwelijk

Cross Translation:

From	To	Via
• vrouwelijk	→ féminin; femelle	↔ female — belonging to the sex with larger, fertilizable gametes
• vrouwelijk	→ femelle; féminin	↔ weiblich — nicht steigerbar: zu dem Geschlecht gehörig, das Kinder bekommt, Eier legt oder (bei Pflanzen) Samen ansetzt
• vrouwelijk	→ féminin	↔ weiblich — mit den den Frauen eigenen oder zugesprochenen Eigenschaften ausgestattet