Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. voortgezet:
  2. voortzetten:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für voortgezet (Niederländisch) ins Französisch

voortgezet:

voortgezet Adjektiv

  1. voortgezet
    à suivre; continué

Übersetzung Matrix für voortgezet:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
continué voortgezet doorgegaan; ermee doorgegaan
à suivre voortgezet

voortzetten:

voortzetten Verb (zet voort, zette voort, zetten voort, voortgezet)

  1. voortzetten (doorgaan; continueren; vervolgen; )
    continuer; persister; se continuer; se poursuivre; durer
    • continuer Verb (continue, continues, continuons, continuez, )
    • persister Verb (persiste, persistes, persistons, persistez, )
    • durer Verb (dure, dures, durons, durez, )
  2. voortzetten (continueren; doorgaan; verdergaan; vervolgen; prolongeren)
    continuer; poursuivre; prolonger
    • continuer Verb (continue, continues, continuons, continuez, )
    • poursuivre Verb (poursuis, poursuit, poursuivons, poursuivez, )
    • prolonger Verb (prolonge, prolonges, prolongeons, prolongez, )

Konjugationen für voortzetten:

o.t.t.
  1. zet voort
  2. zet voort
  3. zet voort
  4. zetten voort
  5. zetten voort
  6. zetten voort
o.v.t.
  1. zette voort
  2. zette voort
  3. zette voort
  4. zetten voort
  5. zetten voort
  6. zetten voort
v.t.t.
  1. heb voortgezet
  2. hebt voortgezet
  3. heeft voortgezet
  4. hebben voortgezet
  5. hebben voortgezet
  6. hebben voortgezet
v.v.t.
  1. had voortgezet
  2. had voortgezet
  3. had voortgezet
  4. hadden voortgezet
  5. hadden voortgezet
  6. hadden voortgezet
o.t.t.t.
  1. zal voortzetten
  2. zult voortzetten
  3. zal voortzetten
  4. zullen voortzetten
  5. zullen voortzetten
  6. zullen voortzetten
o.v.t.t.
  1. zou voortzetten
  2. zou voortzetten
  3. zou voortzetten
  4. zouden voortzetten
  5. zouden voortzetten
  6. zouden voortzetten
diversen
  1. zet voort!
  2. zet voort!
  3. voortgezet
  4. voortzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für voortzetten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
continuer aanhouden; continueren; doorgaan; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten aanhouden; avanceren; daarnaast doen; doorgaan; doorlopen; doorstaan; doorzetten; dragen; dulden; een stapje verder gaan; harden; standhouden; uithouden; uitzingen; verder doen; verder lopen; verdergaan; verdragen; verduren; volharden; volhouden; voortbestaan; voortduren; voortgaan
durer aanhouden; continueren; doorgaan; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten aanhouden; voortbestaan; voortduren
persister aanhouden; continueren; doorgaan; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten aanhouden; avanceren; doorgaan; doorlopen; doorstaan; doorzetten; dragen; dulden; harden; standhouden; uithouden; uitzingen; verder lopen; verdergaan; verdragen; verduren; volharden; volhouden; voortbestaan; voortduren; voortgaan
poursuivre continueren; doorgaan; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortzetten achternagaan; achternalopen; avanceren; azen; bedoelen; beogen; berechten; daarnaast doen; doorlopen; doorrijden; doorwerken; een stapje verder gaan; komen na; nalopen; navolgen; prooizoeken; ten doel hebben; verder doen; verder lopen; verdergaan; vervolgen; volgen; voortgaan
prolonger continueren; doorgaan; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortzetten duur verlengen; prolongeren; uitrekken; verlengen
se continuer aanhouden; continueren; doorgaan; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten
se poursuivre aanhouden; continueren; doorgaan; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten
- continueren; doorgaan; vervolgen

Synonyms for "voortzetten":


Antonyme für "voortzetten":


Verwandte Definitionen für "voortzetten":

  1. het blijven doen, verder gaan1
    • onze zoon heeft de zaak voortgezet1

Wiktionary Übersetzungen für voortzetten:

voortzetten
verb
  1. (overgankelijk) iets langer laten duren
voortzetten
Cross Translation:
FromToVia
voortzetten continuer continue — transitive: proceed
voortzetten continuer continue — intransitive: resume
voortzetten recommencer; reprendre; continuer resume — start something again that has been stopped or paused