Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. vloeren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für vloert (Niederländisch) ins Französisch

vloert form of vloeren:

vloeren Verb (vloer, vloert, vloerde, vloerden, gevloerd)

  1. vloeren (neerslaan; onderuithalen; omslaan)
    abattre; flanquer par terre; faire tomber
    • abattre Verb (abbats, abbat, abbattons, abbattez, )
  2. vloeren (iemand neerslaan; omslaan)

Konjugationen für vloeren:

o.t.t.
  1. vloer
  2. vloert
  3. vloert
  4. vloeren
  5. vloeren
  6. vloeren
o.v.t.
  1. vloerde
  2. vloerde
  3. vloerde
  4. vloerden
  5. vloerden
  6. vloerden
v.t.t.
  1. heb gevloerd
  2. hebt gevloerd
  3. heeft gevloerd
  4. hebben gevloerd
  5. hebben gevloerd
  6. hebben gevloerd
v.v.t.
  1. had gevloerd
  2. had gevloerd
  3. had gevloerd
  4. hadden gevloerd
  5. hadden gevloerd
  6. hadden gevloerd
o.t.t.t.
  1. zal vloeren
  2. zult vloeren
  3. zal vloeren
  4. zullen vloeren
  5. zullen vloeren
  6. zullen vloeren
o.v.t.t.
  1. zou vloeren
  2. zou vloeren
  3. zou vloeren
  4. zouden vloeren
  5. zouden vloeren
  6. zouden vloeren
diversen
  1. vloer!
  2. vloert!
  3. gevloerd
  4. vloerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für vloeren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abattre neerslaan; omslaan; onderuithalen; vloeren aan stukken breken; afbreken; afhakken; afhouwen; afkappen; afmaken; bomen kappen; breken; deprimeren; doden; doodmaken; doodschieten; doodslaan; doodvonnis uitvoeren; executeren; hakken; houwen; kappen; liquideren; neerhalen; neersabelen; neerschieten; om het leven brengen; omblazen; ombrengen; omhakken; omhouwen; omverhalen; omverwaaien; omwaaien; overhoopschieten; schieten op; slachten; slopen; stukbreken; uit elkaar halen; van kant maken; vellen; vermoorden; wegbreken
abattre qn iemand neerslaan; omslaan; vloeren
basculer qn iemand neerslaan; omslaan; vloeren
culbuter qn iemand neerslaan; omslaan; vloeren
faire tomber iemand neerslaan; neerslaan; omslaan; onderuithalen; vloeren omduwen; omspringen; omstoten; omverrukken; omverspringen; omverstoten; omvertrekken; ten val brengen; wippen
flanquer par terre neerslaan; omslaan; onderuithalen; vloeren naar beneden werpen; neerwerpen; omlaag werpen
rabattre qn iemand neerslaan; omslaan; vloeren

Verwandte Wörter für "vloeren":