Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. visiteren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für visiteert (Niederländisch) ins Französisch

visiteren:

visiteren Verb (visiteer, visiteert, visiteerde, visiteerden, gevisiteerd)

  1. visiteren (fouilleren)
    visiter; fouiller
    • visiter Verb (visite, visites, visitons, visitez, )
    • fouiller Verb (fouille, fouilles, fouillons, fouillez, )

Konjugationen für visiteren:

o.t.t.
  1. visiteer
  2. visiteert
  3. visiteert
  4. visiteren
  5. visiteren
  6. visiteren
o.v.t.
  1. visiteerde
  2. visiteerde
  3. visiteerde
  4. visiteerden
  5. visiteerden
  6. visiteerden
v.t.t.
  1. heb gevisiteerd
  2. hebt gevisiteerd
  3. heeft gevisiteerd
  4. hebben gevisiteerd
  5. hebben gevisiteerd
  6. hebben gevisiteerd
v.v.t.
  1. had gevisiteerd
  2. had gevisiteerd
  3. had gevisiteerd
  4. hadden gevisiteerd
  5. hadden gevisiteerd
  6. hadden gevisiteerd
o.t.t.t.
  1. zal visiteren
  2. zult visiteren
  3. zal visiteren
  4. zullen visiteren
  5. zullen visiteren
  6. zullen visiteren
o.v.t.t.
  1. zou visiteren
  2. zou visiteren
  3. zou visiteren
  4. zouden visiteren
  5. zouden visiteren
  6. zouden visiteren
diversen
  1. visiteer!
  2. visiteert!
  3. gevisiteerd
  4. visiterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für visiteren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fouiller aftasten; afvoelen; tasten; voelen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fouiller fouilleren; visiteren aftasten; afvoelen; afzoeken; bevoelen; doorzoeken; graaien; grabbelen; grasduinen; in iets rondtasten; naspeuring doen; neuzen; onderzoeken; rechercheren; rommelen; scharrelen van kip; snuffelen; snuffelen aan; speuren; verkennen; woelen; wroeten; wurmen; zien te vinden; zoeken
visiter fouilleren; visiteren aanschouwen; bekijken; bezichtigen; bezien; inspecteren

Wiktionary Übersetzungen für visiteren:

visiteren
verb
  1. ter plaatse of aan den lijve onderzoeken op smokkelwaar b.v. fouilleren
visiteren