Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. vertrouwdheid:
  2. vertrouwd:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für vertrouwdheid (Niederländisch) ins Französisch

vertrouwdheid:

vertrouwdheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de vertrouwdheid
    la familiarité

Übersetzung Matrix für vertrouwdheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
familiarité vertrouwdheid befaamdheid; bekendheid; beroemdheid; reputatie

Verwandte Wörter für "vertrouwdheid":


vertrouwdheid form of vertrouwd:

vertrouwd Adjektiv

  1. vertrouwd (bekend)
    connu; familier; sûr

Übersetzung Matrix für vertrouwd:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
familier gast; habitué; stamgast; vaste klant
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
connu bekend; vertrouwd familiair; tutoyerend
familier bekend; vertrouwd aangenaam; brutaal; familiair; fijn; gemeenzaam; genoeglijk; gezellig; huiselijk; in het voorbijgaan; informeel; knus; knusjes; lekker; losjes; makkelijk in de omgang; niet beschroomd; onbeschroomd; onderhoudend; plezierig; prettig; sociabel; stoutmoedig; terloops; tutoyerend; voorlopig; vrijblijvend; vrijmoedig; vrijpostig
sûr bekend; vertrouwd absoluut; beslist; doortastend; feitelijk; ferm; geheid; gewis; heus; kordaat; krachtdadig; krachtig; mondig; ongetwijfeld; onvoorwaardelijk; pertinent; reëel; stellig; ten enenmale; vast; vast en zeker; vaststaand; veilig; volstrekt; voor zichzelf opkomend; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker

Verwandte Wörter für "vertrouwd":


Wiktionary Übersetzungen für vertrouwd:

vertrouwd
Cross Translation:
FromToVia
vertrouwd familier familiar — intimate or friendly