Niederländisch
Detailübersetzungen für verspelen (Niederländisch) ins Französisch
verspelen:
-
verspelen (vergokken; vergooien)
perdre; perdre au jeu-
perdre Verb (perds, perd, perdons, perdez, perdent, perdais, perdait, perdions, perdiez, perdaient, perdis, perdit, perdîmes, perdîtes, perdirent, perdrai, perdras, perdra, perdrons, perdrez, perdront)
-
perdre au jeu Verb
-
Konjugationen für verspelen:
o.t.t.
- verspeel
- verspeelt
- verspeelt
- verspelen
- verspelen
- verspelen
o.v.t.
- verspeelde
- verspeelde
- verspeelde
- verspeelden
- verspeelden
- verspeelden
v.t.t.
- heb verspeeld
- hebt verspeeld
- heeft verspeeld
- hebben verspeeld
- hebben verspeeld
- hebben verspeeld
v.v.t.
- had verspeeld
- had verspeeld
- had verspeeld
- hadden verspeeld
- hadden verspeeld
- hadden verspeeld
o.t.t.t.
- zal verspelen
- zult verspelen
- zal verspelen
- zullen verspelen
- zullen verspelen
- zullen verspelen
o.v.t.t.
- zou verspelen
- zou verspelen
- zou verspelen
- zouden verspelen
- zouden verspelen
- zouden verspelen
diversen
- verspeel!
- verspeelt!
- verspeeld
- verspelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verspelen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
perdre | vergokken; vergooien; verspelen | afraken van; erbij inschieten; floepen; glippen; inzetten; kwijt raken; kwijtraken; missen; onderspit delven; verbeuren; verliezen; verloren gaan; vermissen; verwedden; wedden; wegglippen; wegmaken; wegraken; zoek maken; zoek raken; zoekmaken; zoekraken |
perdre au jeu | vergokken; vergooien; verspelen |
Wiktionary Übersetzungen für verspelen:
verspelen
verb
-
priver de quelque chose qu’on avait, qu’on posséder.