Niederländisch
Detailübersetzungen für verleppen (Niederländisch) ins Französisch
verleppen:
-
verleppen (verwelken; verkommeren; verdorren)
se faner; dessécher; se flétrir; se dessécher-
se faner Verb
-
dessécher Verb (dessèche, dessèches, desséchons, desséchez, dessèchent, desséchais, desséchait, desséchions, desséchiez, desséchaient, desséchai, desséchas, dessécha, desséchâmes, desséchâtes, desséchèrent, dessécherai, dessécheras, desséchera, dessécherons, dessécherez, dessécheront)
-
se flétrir Verb
-
se dessécher Verb
-
Konjugationen für verleppen:
o.t.t.
- verlep
- verlept
- verlept
- verleppen
- verleppen
- verleppen
o.v.t.
- verlepte
- verlepte
- verlepte
- verlepten
- verlepten
- verlepten
v.t.t.
- ben verlept
- bent verlept
- is verlept
- zijn verlept
- zijn verlept
- zijn verlept
v.v.t.
- was verlept
- was verlept
- was verlept
- waren verlept
- waren verlept
- waren verlept
o.t.t.t.
- zal verleppen
- zult verleppen
- zal verleppen
- zullen verleppen
- zullen verleppen
- zullen verleppen
o.v.t.t.
- zou verleppen
- zou verleppen
- zou verleppen
- zouden verleppen
- zouden verleppen
- zouden verleppen
diversen
- verlep!
- verlept!
- verlept
- verleppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verleppen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
dessécher | verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken | drogen; opdrogen |
se dessécher | verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken | drogen; indrogen; opdrogen; uitdrogen; verdorren; verdrogen |
se faner | verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken | bleek worden; tanen; uitbloeien; vaal worden; van kleur veranderen; verbleken; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen; wit worden |
se flétrir | verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken | uitbloeien |