Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. vaalheid:
  2. vaal:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für vaalheid (Niederländisch) ins Französisch

vaalheid:

vaalheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de vaalheid
    la fadeur; la lividité

Übersetzung Matrix für vaalheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fadeur vaalheid flauwheid; geesteloosheid; zonder veel smaak; zouteloosheid
lividité vaalheid bleekheid; fletsheid; grauwheid; kleurloosheid; lijkkleur; pipsheid; somberheid

Verwandte Wörter für "vaalheid":


vaalheid form of vaal:

vaal Adjektiv

  1. vaal (grauw)
    gris; décoloré; pâle; blême; blafard; incolore; sans couleur; neutre; terne; livide; grisâtre
  2. vaal (asgrauw; lijkbleek; lijkwit)

Übersetzung Matrix für vaal:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
blafard grauw; vaal bleek; bleek van gelaatskleur; doodsbleek; flauw; flets; lijkbleek; lijkwit; pips; sneeuwwit; spierwit; verschoten; wit
blême grauw; vaal blank; bleek; bleek van gelaatskleur; boosaardig; dof; doodsbleek; flauw; flets; flodderig; grauw; grauwkleurig; grijs; kleurloos; lijkbleek; lijkwit; mat; mistroostig; morsig; niet helder; ongekleurd; ongelakt; pips; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smerig; sneeuwwit; somber; spierwit; triest; troosteloos; verschoten; verveloos; vies; viezig; voddig; vreugdeloos; vuil; vunzig; wit
cendreux asgrauw; lijkbleek; lijkwit; vaal
couleur de cendre asgrauw; lijkbleek; lijkwit; vaal
décoloré grauw; vaal bleek; flauw; flets; verschoten; verveloos
gris grauw; vaal aangeschoten; beneveld; beschonken; bezopen; blank; bleek; boosaardig; dronken; druilerig; flodderig; grauw; grauwkleurig; grijs; grijsharig; halfdronken; kleurloos; ladderzat; laveloos; miezerig; mistroostig; morsig; ongekleurd; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smerig; smoordronken; somber; stomdronken; straalbezopen; teut; tipsy; toeter; triest; troosteloos; vies; viezig; voddig; vreugdeloos; vuil; vuil grijs; vunzig; zat
grisâtre asgrauw; grauw; lijkbleek; lijkwit; vaal boosaardig; flodderig; grauw; grauwkleurig; grijs; grijsachtig; grijzig; mistroostig; morsig; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smerig; somber; triest; troosteloos; vies; viezig; voddig; vreugdeloos; vuil; vuil grijs; vunzig
incolore grauw; vaal blank; bleek; kleurloos; ongekleurd
livide grauw; vaal bleek; doodsbleek; flauw; flets; lijkbleek; lijkwit; pips; sneeuwwit; spierwit; verschoten; wit
neutre grauw; vaal afzijdig; anoniem; gedeodoreerd; geslachtloos; geurloos; indifferent; laconiek; lauw; naamloos; neutraal; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; onzijdig; reukloos
pâle grauw; vaal blank; bleek; bleek van gelaatskleur; flauw; flets; kleurloos; ongelakt; pips; verschoten; wit; wit van huidskleur
pâle comme la mort asgrauw; lijkbleek; lijkwit; vaal
sans couleur grauw; vaal blank; bleek; kleurloos; ongekleurd; verveloos
terne grauw; vaal afstompend; beslagen; bleek; boosaardig; daas; dof; dood; eentonig; eenvoudig; flauw; flets; flodderig; futloos; geestdodend; geesteloos; gemakkelijk; gematteerd; glansloos; grauw; grauwkleurig; grijs; lamlendig; levenloos; licht; lusteloos; makkelijk; mat; mistroostig; morsig; niet bezield; niet helder; niet moeilijk; niet uitbundig; onbezield; ongeanimeerd; overbluft; paf; perplex; ranzig; saai; simpel; slap; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smakeloos; smerig; soezerig; somber; sprakeloos; stom; stomverbaasd; suf; triest; troosteloos; verschoten; versuft; vies; viezig; voddig; vreugdeloos; vuil; vunzig; zonder smaak; zwijgend

Verwandte Wörter für "vaal":


Wiktionary Übersetzungen für vaal:

vaal
adjective
  1. Qui est d’une couleur ou d’un éclat pâle, terne.
  2. Qui est pâle et défait
  3. Qui est d’un blanc terne, qui décolorer, parler du visage.