Niederländisch
Detailübersetzungen für uitlokkend (Niederländisch) ins Französisch
uitlokkend:
-
uitlokkend (aantrekkelijk; attractief; uitnodigend; verlokkend; aanlokkelijk; bekoorlijk; verzoekend)
attractif; attirant; charmant; séduisant; attrayant; tentant; beau; mignon; ravissant; alléchant; joli; belle; mignonne; adorable; d'une manière attrayante; d'une manière charmante-
attractif Adjektiv
-
attirant Adjektiv
-
charmant Adjektiv
-
séduisant Adjektiv
-
attrayant Adjektiv
-
tentant Adjektiv
-
beau Adjektiv
-
mignon Adjektiv
-
ravissant Adjektiv
-
alléchant Adjektiv
-
joli Adjektiv
-
belle Adjektiv
-
mignonne Adjektiv
-
adorable Adjektiv
-
d'une manière attrayante Adjektiv
-
d'une manière charmante Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für uitlokkend:
uitlokkend form of uitlokken:
-
uitlokken (aanleiding geven tot; provoceren; ophitsen; uitdagen)
susciter; inciter à; provoquer-
susciter Verb (suscite, suscites, suscitons, suscitez, suscitent, suscitais, suscitait, suscitions, suscitiez, suscitaient, suscitai, suscitas, suscita, suscitâmes, suscitâtes, suscitèrent, susciterai, susciteras, suscitera, susciterons, susciterez, susciteront)
-
inciter à Verb
-
provoquer Verb (provoque, provoques, provoquons, provoquez, provoquent, provoquais, provoquait, provoquions, provoquiez, provoquaient, provoquai, provoquas, provoqua, provoquâmes, provoquâtes, provoquèrent, provoquerai, provoqueras, provoquera, provoquerons, provoquerez, provoqueront)
-
Konjugationen für uitlokken:
o.t.t.
- lok uit
- lokt uit
- lokt uit
- lokken uit
- lokken uit
- lokken uit
o.v.t.
- lokte uit
- lokte uit
- lokte uit
- lokten uit
- lokten uit
- lokten uit
v.t.t.
- heb uitgelokt
- hebt uitgelokt
- heeft uitgelokt
- hebben uitgelokt
- hebben uitgelokt
- hebben uitgelokt
v.v.t.
- had uitgelokt
- had uitgelokt
- had uitgelokt
- hadden uitgelokt
- hadden uitgelokt
- hadden uitgelokt
o.t.t.t.
- zal uitlokken
- zult uitlokken
- zal uitlokken
- zullen uitlokken
- zullen uitlokken
- zullen uitlokken
o.v.t.t.
- zou uitlokken
- zou uitlokken
- zou uitlokken
- zouden uitlokken
- zouden uitlokken
- zouden uitlokken
en verder
- ben uitgelokt
- bent uitgelokt
- is uitgelokt
- zijn uitgelokt
- zijn uitgelokt
- zijn uitgelokt
diversen
- lok uit!
- lokt uit!
- uitgelokt
- uitlokkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
uitlokken (provoceren)
la provocation
Übersetzung Matrix für uitlokken:
Computerübersetzung von Drittern: