Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. uitgraven:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für uitgraven (Niederländisch) ins Französisch

uitgraven:

uitgraven Verb (graaf uit, graaft uit, groef uit, groeven uit, uitgegraven)

  1. uitgraven
    creuser; approfondir; défoncer
    • creuser Verb (creuse, creuses, creusons, creusez, )
    • approfondir Verb (approfondis, approfondit, approfondissons, approfondissez, )
    • défoncer Verb (défonce, défonces, défonçons, défoncez, )

Konjugationen für uitgraven:

o.t.t.
  1. graaf uit
  2. graaft uit
  3. graaft uit
  4. graven uit
  5. graven uit
  6. graven uit
o.v.t.
  1. groef uit
  2. groef uit
  3. groef uit
  4. groeven uit
  5. groeven uit
  6. groeven uit
v.t.t.
  1. heb uitgegraven
  2. hebt uitgegraven
  3. heeft uitgegraven
  4. hebben uitgegraven
  5. hebben uitgegraven
  6. hebben uitgegraven
v.v.t.
  1. had uitgegraven
  2. had uitgegraven
  3. had uitgegraven
  4. hadden uitgegraven
  5. hadden uitgegraven
  6. hadden uitgegraven
o.t.t.t.
  1. zal uitgraven
  2. zult uitgraven
  3. zal uitgraven
  4. zullen uitgraven
  5. zullen uitgraven
  6. zullen uitgraven
o.v.t.t.
  1. zou uitgraven
  2. zou uitgraven
  3. zou uitgraven
  4. zouden uitgraven
  5. zouden uitgraven
  6. zouden uitgraven
en verder
  1. ben uitgegraven
  2. bent uitgegraven
  3. is uitgegraven
  4. zijn uitgegraven
  5. zijn uitgegraven
  6. zijn uitgegraven
diversen
  1. graaf uit!
  2. graaft uit!
  3. uitgegraven
  4. uitgravend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für uitgraven:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
creuser zich geheel verdiepen in
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
approfondir uitgraven doorgronden; uitdiepen; uitvorsen; verdiepen
creuser uitgraven delven; doorgraven; graven; uitdiepen; uithollen; verdiepen
défoncer uitgraven openstoten