Niederländisch
Detailübersetzungen für terugdenken (Niederländisch) ins Französisch
terugdenken:
-
terugdenken
se souvenir; se rappeler; commémorer; rappeler-
se souvenir Verb
-
se rappeler Verb
-
commémorer Verb (commémore, commémores, commémorons, commémorez, commémorent, commémorais, commémorait, commémorions, commémoriez, commémoraient, commémorai, commémoras, commémora, commémorâmes, commémorâtes, commémorèrent, commémorerai, commémoreras, commémorera, commémorerons, commémorerez, commémoreront)
-
rappeler Verb (rappelle, rappelles, rappelons, rappelez, rappellent, rappelais, rappelait, rappelions, rappeliez, rappelaient, rappelai, rappelas, rappela, rappelâmes, rappelâtes, rappelèrent, rappellerai, rappelleras, rappellera, rappellerons, rappellerez, rappelleront)
-
Konjugationen für terugdenken:
o.t.t.
- denk terug
- denkt terug
- denkt terug
- denken terug
- denken terug
- denken terug
o.v.t.
- dacht terug
- dacht terug
- dacht terug
- dachten terug
- dachten terug
- dachten terug
v.t.t.
- heb dacht terug
- hebt dacht terug
- heeft dacht terug
- hebben dacht terug
- hebben dacht terug
- hebben dacht terug
v.v.t.
- had dacht terug
- had dacht terug
- had dacht terug
- hadden dacht terug
- hadden dacht terug
- hadden dacht terug
o.t.t.t.
- zal terugdenken
- zult terugdenken
- zal terugdenken
- zullen terugdenken
- zullen terugdenken
- zullen terugdenken
o.v.t.t.
- zou terugdenken
- zou terugdenken
- zou terugdenken
- zouden terugdenken
- zouden terugdenken
- zouden terugdenken
en verder
- ben dacht terug
- bent dacht terug
- is dacht terug
- zijn dacht terug
- zijn dacht terug
- zijn dacht terug
diversen
- denk terug!
- denkt terug!
- dacht terug
- terugdenkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für terugdenken:
| Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
| commémorer | terugdenken | gedenken; herdenken |
| rappeler | terugdenken | doen denken aan; herinneren; herroepen; in herinnering brengen; intrekken; memoreren; niet vergeten; onthouden; opnieuw kiezen; terugbellen; terugkomen op; terugnemen; terugroepen |
| se rappeler | terugdenken | bedenken; herinneren; memoriseren; niet vergeten; onthouden; te binnen schieten; te binnen vallen; terughalen; terugroepen |
| se souvenir | terugdenken | doen denken aan; herinneren; niet vergeten; onthouden |