Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Französisch ->übersetze stotend

übersetze stotend von Niederländische ins Französisch

Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. stotend:
  2. stoten:
  3. Wiktionary:

Niederländisch

Detailübersetzungen für stotend (Niederländisch) ins Französisch

stotend:

stotend Adjektiv

  1. stotend
    choquant; injurieux; offensant

Übersetzung Matrix für stotend:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
choquant stotend aanstootgevend; aanstotelijk; abrupt; eensklaps; ineens; misselijk; naar; ongepast; onkies; onpasselijk; onverhoeds; onverkwikkelijk; onvertogen; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onwel; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; stuitend; verkeerd
injurieux stotend aanstootgevend; aanstotelijk; beledigend; grievend; honend; krenkend; kwetsend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend
offensant stotend aanstootgevend; aanstotelijk; beledigend; grievend; krenkend; kwetsend

stotend form of stoten:

stoten Verb (stoot, stootte, stootten, gestoten)

  1. stoten (een por geven; porren)
    donner un bourrade à; donner un coup de coude à
  2. stoten (schuddend op en neer gaan; hobbelen)
    cahoter; se dandiner
    • cahoter Verb (cahote, cahotes, cahotons, cahotez, )

Konjugationen für stoten:

o.t.t.
  1. stoot
  2. stoot
  3. stoot
  4. stoten
  5. stoten
  6. stoten
o.v.t.
  1. stootte
  2. stootte
  3. stootte
  4. stootten
  5. stootten
  6. stootten
v.t.t.
  1. heb gestoten
  2. hebt gestoten
  3. heeft gestoten
  4. hebben gestoten
  5. hebben gestoten
  6. hebben gestoten
v.v.t.
  1. had gestoten
  2. had gestoten
  3. had gestoten
  4. hadden gestoten
  5. hadden gestoten
  6. hadden gestoten
o.t.t.t.
  1. zal stoten
  2. zult stoten
  3. zal stoten
  4. zullen stoten
  5. zullen stoten
  6. zullen stoten
o.v.t.t.
  1. zou stoten
  2. zou stoten
  3. zou stoten
  4. zouden stoten
  5. zouden stoten
  6. zouden stoten
en verder
  1. ben gestoten
  2. bent gestoten
  3. is gestoten
  4. zijn gestoten
  5. zijn gestoten
  6. zijn gestoten
diversen
  1. stoot!
  2. stoott!
  5. gestoten
  6. stotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

stoten [het ~] Nomen

  1. het stoten (stompen; duwen)
    le fait de bourrer de coups

Übersetzung Matrix für stoten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fait de bourrer de coups duwen; stompen; stoten
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
cahoter hobbelen; schuddend op en neer gaan; stoten heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken
donner un bourrade à een por geven; porren; stoten
donner un coup de coude à een por geven; porren; stoten
se dandiner hobbelen; schuddend op en neer gaan; stoten slungelen

Verwandte Wörter für "stoten":


Verwandte Definitionen für "stoten":

  1. er hard tegenaan komen1
    • ik heb me gestoten aan die stoel1
  2. het eraf duwen1
    • hij stootte de vaas van het tafeltje1

Wiktionary Übersetzungen für stoten:

stoten
verb
  1. met een korte snelle beweging (weg)duwen
stoten
verb
  1. Faire pression contre quelqu’un ou contre quelque chose, pour le déplacer ou l’ôter de sa place.
Cross Translation:
FromToVia
• stoten → pousser; légèrement; donner une légère bourrade ↔ stupsen — (umgangssprachlich) (transitiv) jemanden leicht anstoßen; mit dem Ellenbogen schubsen, um etwas zu signalisieren

Computerübersetzung von Drittern:






Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0986 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden