Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Französisch ->übersetze stamgasten

übersetze stamgasten von Niederländische ins Französisch

Übersicht

Niederländisch nach Französisch: mehr Daten

stamgasten:
- clients réguliers; habitués
stamgast:
- habitué; visiteur régulier; familier; habituée; pilier de café
Wiktionary:
- stamgast → habitué, habituée, habitués, habituées

Niederländisch

Detailübersetzungen für stamgasten (Niederländisch) ins Französisch

stamgasten:

stamgasten [de ~] Nomen, Plural

de stamgasten (vaste bezoekers)
le clients réguliers; l'habitués
- clients réguliers [le ~] Nomen
- habitués [le ~] Nomen

Übersetzung Matrix für stamgasten:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
clients réguliers	stamgasten; vaste bezoekers
habitués	stamgasten; vaste bezoekers

Verwandte Wörter für "stamgasten":

stamgast

stamgast:

stamgast [de ~ (m)] Nomen

de stamgast (habitué; vaste klant; gast)
l'habitué; le visiteur régulier; le familier; l'habituée; le pilier de café
- habitué [le ~] Nomen
- visiteur régulier [le ~] Nomen
- familier [le ~] Nomen
- habituée [la ~] Nomen
- pilier de café [le ~] Nomen

Übersetzung Matrix für stamgast:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
familier	gast; habitué; stamgast; vaste klant
habitué	gast; habitué; stamgast; vaste klant
habituée	gast; habitué; stamgast; vaste klant
pilier de café	gast; habitué; stamgast; vaste klant
visiteur régulier	gast; habitué; stamgast; vaste klant	vaste bezoeker; vaste klant
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
familier		aangenaam; bekend; brutaal; familiair; fijn; gemeenzaam; genoeglijk; gezellig; huiselijk; in het voorbijgaan; informeel; knus; knusjes; lekker; losjes; makkelijk in de omgang; niet beschroomd; onbeschroomd; onderhoudend; plezierig; prettig; sociabel; stoutmoedig; terloops; tutoyerend; vertrouwd; voorlopig; vrijblijvend; vrijmoedig; vrijpostig
habitué		gewend; gewoon

Verwandte Wörter für "stamgast":

stamgasten

Wiktionary Übersetzungen für stamgast:

Cross Translation:

From	To	Via
• stamgast	→ habitué	↔ denizen — one who frequents a place
• stamgast	→ habitué; habituée; habitués; habituées	↔ regular — routine visitor