Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. soleren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für soleren (Niederländisch) ins Französisch

soleren:

soleren Verb (soleer, soleert, soleerde, soleerden, gesoleerd)

  1. soleren

Konjugationen für soleren:

o.t.t.
  1. soleer
  2. soleert
  3. soleert
  4. soleren
  5. soleren
  6. soleren
o.v.t.
  1. soleerde
  2. soleerde
  3. soleerde
  4. soleerden
  5. soleerden
  6. soleerden
v.t.t.
  1. heb gesoleerd
  2. hebt gesoleerd
  3. heeft gesoleerd
  4. hebben gesoleerd
  5. hebben gesoleerd
  6. hebben gesoleerd
v.v.t.
  1. had gesoleerd
  2. had gesoleerd
  3. had gesoleerd
  4. hadden gesoleerd
  5. hadden gesoleerd
  6. hadden gesoleerd
o.t.t.t.
  1. zal soleren
  2. zult soleren
  3. zal soleren
  4. zullen soleren
  5. zullen soleren
  6. zullen soleren
o.v.t.t.
  1. zou soleren
  2. zou soleren
  3. zou soleren
  4. zouden soleren
  5. zouden soleren
  6. zouden soleren
en verder
  1. ben gesoleerd
  2. bent gesoleerd
  3. is gesoleerd
  4. zijn gesoleerd
  5. zijn gesoleerd
  6. zijn gesoleerd
diversen
  1. soleer!
  2. soleert!
  3. gesoleerd
  4. solerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für soleren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
se produire en soliste soleren