Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. schipperen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für schipperde (Niederländisch) ins Französisch

schipperen:

schipperen Verb (schipper, schippert, schipperde, schipperden, geschipperd)

  1. schipperen (laveren)
    naviguer; transiger; biaiser; louvoyer
    • naviguer Verb (navigue, navigues, naviguons, naviguez, )
    • transiger Verb
    • biaiser Verb (biaise, biaises, biaisons, biaisez, )
    • louvoyer Verb (louvoie, louvoies, louvoyons, louvoyez, )

Konjugationen für schipperen:

o.t.t.
  1. schipper
  2. schippert
  3. schippert
  4. schipperen
  5. schipperen
  6. schipperen
o.v.t.
  1. schipperde
  2. schipperde
  3. schipperde
  4. schipperden
  5. schipperden
  6. schipperden
v.t.t.
  1. heb geschipperd
  2. hebt geschipperd
  3. heeft geschipperd
  4. hebben geschipperd
  5. hebben geschipperd
  6. hebben geschipperd
v.v.t.
  1. had geschipperd
  2. had geschipperd
  3. had geschipperd
  4. hadden geschipperd
  5. hadden geschipperd
  6. hadden geschipperd
o.t.t.t.
  1. zal schipperen
  2. zult schipperen
  3. zal schipperen
  4. zullen schipperen
  5. zullen schipperen
  6. zullen schipperen
o.v.t.t.
  1. zou schipperen
  2. zou schipperen
  3. zou schipperen
  4. zouden schipperen
  5. zouden schipperen
  6. zouden schipperen
en verder
  1. ben geschipperd
  2. bent geschipperd
  3. is geschipperd
  4. zijn geschipperd
  5. zijn geschipperd
  6. zijn geschipperd
diversen
  1. schipper!
  2. schippert!
  3. geschipperd
  4. schipperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für schipperen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
biaiser laveren; schipperen
louvoyer laveren; schipperen kruisen; laveren; opkruisen; oplaveren; tegen de wind in varen
naviguer laveren; schipperen bevaren; gaan varen; navigeren; varen
transiger laveren; schipperen

Verwandte Wörter für "schipperen":


Wiktionary Übersetzungen für schipperen: