Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. rubriceren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für rubriceer (Niederländisch) ins Französisch

rubriceren:

rubriceren Verb (rubriceer, rubriceert, rubriceerde, rubriceerden, gerubriceerd)

  1. rubriceren
    classer
    • classer Verb (classe, classes, classons, classez, )

Konjugationen für rubriceren:

o.t.t.
  1. rubriceer
  2. rubriceert
  3. rubriceert
  4. rubriceren
  5. rubriceren
  6. rubriceren
o.v.t.
  1. rubriceerde
  2. rubriceerde
  3. rubriceerde
  4. rubriceerden
  5. rubriceerden
  6. rubriceerden
v.t.t.
  1. heb gerubriceerd
  2. hebt gerubriceerd
  3. heeft gerubriceerd
  4. hebben gerubriceerd
  5. hebben gerubriceerd
  6. hebben gerubriceerd
v.v.t.
  1. had gerubriceerd
  2. had gerubriceerd
  3. had gerubriceerd
  4. hadden gerubriceerd
  5. hadden gerubriceerd
  6. hadden gerubriceerd
o.t.t.t.
  1. zal rubriceren
  2. zult rubriceren
  3. zal rubriceren
  4. zullen rubriceren
  5. zullen rubriceren
  6. zullen rubriceren
o.v.t.t.
  1. zou rubriceren
  2. zou rubriceren
  3. zou rubriceren
  4. zouden rubriceren
  5. zouden rubriceren
  6. zouden rubriceren
en verder
  1. ben gerubriceerd
  2. bent gerubriceerd
  3. is gerubriceerd
  4. zijn gerubriceerd
  5. zijn gerubriceerd
  6. zijn gerubriceerd
diversen
  1. rubriceer!
  2. rubriceert!
  3. gerubriceerd
  4. rubricerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für rubriceren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
classer rubriceren afzien van rechtsvervolging; arrangeren; classificeren; ficheren; groeperen; indelen; klasseren; ordenen; rangeren; rangordenen; rangschikken; schiften; seponeren; sorteren; systematiseren; uitzoeken

Wiktionary Übersetzungen für rubriceren:

rubriceren
verb
  1. iets of iemand in een rubriek, categorie of klasse onderbrengen of verdelen, groeperen, classificeren