Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. richten:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für richtend (Niederländisch) ins Französisch

richten:

richten Verb (richt, richtte, richtten, gericht)

  1. richten (in een bep. richting plaatsen; mikken)
    viser; viser à
    • viser Verb (vise, vises, visons, visez, )
    • viser à Verb
  2. richten (uitlijnen; uitbalanceren)
    aligner; mettre en coordination; équilibrer
    • aligner Verb (aligne, alignes, alignons, alignez, )
    • équilibrer Verb (équilibre, équilibres, équilibrons, équilibrez, )

Konjugationen für richten:

o.t.t.
  1. richt
  2. richt
  3. richt
  4. richten
  5. richten
  6. richten
o.v.t.
  1. richtte
  2. richtte
  3. richtte
  4. richtten
  5. richtten
  6. richtten
v.t.t.
  1. heb gericht
  2. hebt gericht
  3. heeft gericht
  4. hebben gericht
  5. hebben gericht
  6. hebben gericht
v.v.t.
  1. had gericht
  2. had gericht
  3. had gericht
  4. hadden gericht
  5. hadden gericht
  6. hadden gericht
o.t.t.t.
  1. zal richten
  2. zult richten
  3. zal richten
  4. zullen richten
  5. zullen richten
  6. zullen richten
o.v.t.t.
  1. zou richten
  2. zou richten
  3. zou richten
  4. zouden richten
  5. zouden richten
  6. zouden richten
en verder
  1. is gericht
  2. zijn gericht
diversen
  1. richt!
  2. richt!
  3. gericht
  4. richtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für richten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aligner richten; uitbalanceren; uitlijnen gelijkrichten; uitlijnen
mettre en coordination richten; uitbalanceren; uitlijnen in goede banen leiden
viser in een bep. richting plaatsen; mikken; richten aansturen; aansturen op; bedoelen; beogen; diepte loden; doel beogen; doelen; gericht werpen; ijveren; mikken; mikken op; streven; streven naar; ten doel hebben; viseren
viser à in een bep. richting plaatsen; mikken; richten aansturen op; ambiëren; bedoelen; doel beogen; doelen; ergens iets mee willen zeggen; gericht werpen; ijveren; mikken; mikken op; streven; streven naar; viseren
équilibrer richten; uitbalanceren; uitlijnen balanceren; in evenwicht brengen; uitbalanceren

Verwandte Definitionen für "richten":

  1. het naar een bepaalde kant sturen1
    • hij richtte met zijn geweer op de benen van de inbreker1
  2. je aandacht erop vestigen1
    • hij richt zich helemaal op het examen1
  3. je naar hem toe keren1
    • ik richtte mij tot de directeur1

Wiktionary Übersetzungen für richten:

richten
verb
  1. Tourner de façon à placer dans une direction déterminée, pointer

Cross Translation:
FromToVia
richten viser aim — to point or direct a missile weapon

Computerübersetzung von Drittern: