Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. politoeren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für politoer (Niederländisch) ins Französisch

politoeren:

politoeren Verb (politoer, politoert, politoerde, politoerden, gepolitoerd)

  1. politoeren
    polir
    • polir Verb (polis, polit, polissons, polissez, )

Konjugationen für politoeren:

o.t.t.
  1. politoer
  2. politoert
  3. politoert
  4. politoeren
  5. politoeren
  6. politoeren
o.v.t.
  1. politoerde
  2. politoerde
  3. politoerde
  4. politoerden
  5. politoerden
  6. politoerden
v.t.t.
  1. heb gepolitoerd
  2. hebt gepolitoerd
  3. heeft gepolitoerd
  4. hebben gepolitoerd
  5. hebben gepolitoerd
  6. hebben gepolitoerd
v.v.t.
  1. had gepolitoerd
  2. had gepolitoerd
  3. had gepolitoerd
  4. hadden gepolitoerd
  5. hadden gepolitoerd
  6. hadden gepolitoerd
o.t.t.t.
  1. zal politoeren
  2. zult politoeren
  3. zal politoeren
  4. zullen politoeren
  5. zullen politoeren
  6. zullen politoeren
o.v.t.t.
  1. zou politoeren
  2. zou politoeren
  3. zou politoeren
  4. zouden politoeren
  5. zouden politoeren
  6. zouden politoeren
en verder
  1. is gepolitoerd
  2. zijn gepolitoerd
diversen
  1. politoer!
  2. politoert!
  3. gepolitoerd
  4. politoerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für politoeren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
polir politoeren aanzetten; afschuren; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; gladwrijven; polijsten; raspen; schaven; scherpen; schuren; slijpen; uitslijpen; wegslijpen; wetten