Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. opporren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opporden (Niederländisch) ins Französisch

opporren:

opporren Verb (por op, port op, porde op, porden op, opgepord)

  1. opporren (oppoken; aanwakkeren)
    ranimer; inciter; exciter; activer; attiser; stimuler; aviver; aiguillonner; tisonner
    • ranimer Verb (ranime, ranimes, ranimons, ranimez, )
    • inciter Verb (incite, incites, incitons, incitez, )
    • exciter Verb (excite, excites, excitons, excitez, )
    • activer Verb (active, actives, activons, activez, )
    • attiser Verb (attise, attises, attisons, attisez, )
    • stimuler Verb (stimule, stimules, stimulons, stimulez, )
    • aviver Verb (avive, avives, avivons, avivez, )
    • aiguillonner Verb (aiguillonne, aiguillonnes, aiguillonnons, aiguillonnez, )
    • tisonner Verb (tisonne, tisonnes, tisonnons, tisonnez, )

Konjugationen für opporren:

o.t.t.
  1. por op
  2. port op
  3. port op
  4. porren op
  5. porren op
  6. porren op
o.v.t.
  1. porde op
  2. porde op
  3. porde op
  4. porden op
  5. porden op
  6. porden op
v.t.t.
  1. heb opgepord
  2. hebt opgepord
  3. heeft opgepord
  4. hebben opgepord
  5. hebben opgepord
  6. hebben opgepord
v.v.t.
  1. had opgepord
  2. had opgepord
  3. had opgepord
  4. hadden opgepord
  5. hadden opgepord
  6. hadden opgepord
o.t.t.t.
  1. zal opporren
  2. zult opporren
  3. zal opporren
  4. zullen opporren
  5. zullen opporren
  6. zullen opporren
o.v.t.t.
  1. zou opporren
  2. zou opporren
  3. zou opporren
  4. zouden opporren
  5. zouden opporren
  6. zouden opporren
en verder
  1. ben opgepord
  2. bent opgepord
  3. is opgepord
  4. zijn opgepord
  5. zijn opgepord
  6. zijn opgepord
diversen
  1. por op!
  2. port op!
  3. opgepord
  4. opporrend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für opporren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
exciter aanmoedigen; aanvuren; stimuleren; toejuichen
inciter aanmoedigen; aanvuren; stimuleren; toejuichen
stimuler aanmoedigen; aanvuren; stimuleren; toejuichen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
activer aanwakkeren; oppoken; opporren aanblazen; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvangen; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; accelereren; activeren; animeren; beginnen; bemoedigen; bespoedigen; bezielen; doen opvlammen; iemand motiveren; initiëren; instigeren; introduceren; kennis laten maken; motiveren; op gang brengen; opjutten; oppeppen; oppoken; opstoken; opwekken; poken; porren; prikkelen; provoceren; starten; stimuleren; stoken; toemoedigen; van start gaan; verhaasten; versnellen; voorstellen
aiguillonner aanwakkeren; oppoken; opporren aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanzetten; aanzetten tot; aanzwiepen; animeren; bemoedigen; instigeren; motiveren; opdrijven; opwekken; opwinden; opzwepen; prikkelen; provoceren; sterk prikkelen; stimuleren; toemoedigen; voortdrijven; voortjagen; wegjagen
attiser aanwakkeren; oppoken; opporren aanblazen; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; agiteren; animeren; bemoedigen; bezielen; doen opvlammen; iemand motiveren; iets aanstoken; in beroering brengen; instigeren; omroeren; opjutten; oppoken; oprakelen; opstoken; poken; porren; prikkelen; provoceren; roeren; stimuleren; stoken; ter sprake brengen; toejuichen; toemoedigen; wakker schudden
aviver aanwakkeren; oppoken; opporren aanblazen; aanmoedigen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; activeren; bemoedigen; iets aanstoken; motiveren; opleven; oppoken; opstoken; opwekken; poken; reanimeren; stimuleren; stoken; toemoedigen; tot leven wekken; verlevendigen
exciter aanwakkeren; oppoken; opporren aanblazen; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; animeren; bemoedigen; bezielen; iets aanstoken; instigeren; motiveren; opfokken; ophitsen; opjutten; oppoken; opruien; opstoken; opvrijen; opwekken; opwinden; poken; porren; prikkelen; provoceren; stimuleren; stoken; toejuichen; toemoedigen
inciter aanwakkeren; oppoken; opporren aandrijven; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; aanzwiepen; animeren; bemoedigen; iemand motiveren; instigeren; motiveren; opdrijven; opfokken; ophitsen; opjutten; opkrikken; opruien; opstoken; opwekken; opwinden; poken; porren; prikkelen; provoceren; stimuleren; toemoedigen; voortdrijven; voortjagen; wakker schudden; wegjagen
ranimer aanwakkeren; oppoken; opporren aanblazen; aanmoedigen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; activeren; bekomen; bemoedigen; bezielen; doen opvlammen; iemand motiveren; opleven; oppoken; oprakelen; opstoken; opwekken; poken; prikkelen; reanimeren; stimuleren; stoken; ter sprake brengen; toejuichen; toemoedigen; tot leven wekken; verfrissen; verkwikken; verlevendigen; zich hervinden
stimuler aanwakkeren; oppoken; opporren aanblazen; aandrijven; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; aanzwiepen; activeren; animeren; bemoedigen; bezielen; doen opvlammen; een inspirerende werking hebben; iemand motiveren; inboezemen; ingeven; inspireren; instigeren; motiveren; opdrijven; opkrikken; oppeppen; opwekken; opwinden; prikkelen; provoceren; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; voortdrijven; voortjagen; wakker schudden; wegjagen
tisonner aanwakkeren; oppoken; opporren aanblazen; aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; bemoedigen; doen opvlammen; opjutten; oppoken; opstoken; poken; porren; stimuleren; stoken; toemoedigen
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
activer inschakelen

Wiktionary Übersetzungen für opporren:


Cross Translation:
FromToVia
opporren attiser poke — to poke a fire to remove ash or promote burning