Niederländisch
Detailübersetzungen für opgenomen (Niederländisch) ins Französisch
opgenomen:
-
opgenomen (in een gesticht opgenomen)
-
opgenomen (geregistreerd)
-
opgenomen (toegelaten; opgevat)
Übersetzung Matrix für opgenomen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
interné | geïnterneerde | |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
admis | geregistreerd; opgenomen; opgevat; toegelaten | aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; gedoogd; geoorloofd; gepermitteerd; goedgekeurd; toegelaten; toegestaan; veroorloofd |
admis dans une asile | in een gesticht opgenomen; opgenomen | |
enregistré | geregistreerd; opgenomen | |
interné | in een gesticht opgenomen; opgenomen | gevangen; gevangen genomen; geïnterneerd; opgesloten; vastgezet |
opnemen:
-
opnemen (opslorpen; absorberen; opslurpen)
incorporer; prendre; assimiler; absorber; finir en faisant du bruit; ingurgiter; aspirer; s'imprégner-
incorporer Verb (incorpore, incorpores, incorporons, incorporez, incorporent, incorporais, incorporait, incorporions, incorporiez, incorporaient, incorporai, incorporas, incorpora, incorporâmes, incorporâtes, incorporèrent, incorporerai, incorporeras, incorporera, incorporerons, incorporerez, incorporeront)
-
prendre Verb (prends, prend, prenons, prenez, prennent, prenais, prenait, prenions, preniez, prenaient, pris, prit, prîmes, prîtes, prirent, prendrai, prendras, prendra, prendrons, prendrez, prendront)
-
assimiler Verb (assimile, assimiles, assimilons, assimilez, assimilent, assimilais, assimilait, assimilions, assimiliez, assimilaient, assimilai, assimilas, assimila, assimilâmes, assimilâtes, assimilèrent, assimilerai, assimileras, assimilera, assimilerons, assimilerez, assimileront)
-
absorber Verb (absorbe, absorbes, absorbons, absorbez, absorbent, absorbais, absorbait, absorbions, absorbiez, absorbaient, absorbai, absorbas, absorba, absorbâmes, absorbâtes, absorbèrent, absorberai, absorberas, absorbera, absorberons, absorberez, absorberont)
-
ingurgiter Verb (ingurgite, ingurgites, ingurgitons, ingurgitez, ingurgitent, ingurgitais, ingurgitait, ingurgitions, ingurgitiez, ingurgitaient, ingurgitai, ingurgitas, ingurgita, ingurgitâmes, ingurgitâtes, ingurgitèrent, ingurgiterai, ingurgiteras, ingurgitera, ingurgiterons, ingurgiterez, ingurgiteront)
-
aspirer Verb (aspire, aspires, aspirons, aspirez, aspirent, aspirais, aspirait, aspirions, aspiriez, aspiraient, aspirai, aspiras, aspira, aspirâmes, aspirâtes, aspirèrent, aspirerai, aspireras, aspirera, aspirerons, aspirerez, aspireront)
-
s'imprégner Verb
-
-
opnemen (absorberen)
ingérer; avaler; absorber-
ingérer Verb
-
avaler Verb (avale, avales, avalons, avalez, avalent, avalais, avalait, avalions, avaliez, avalaient, avalai, avalas, avala, avalâmes, avalâtes, avalèrent, avalerai, avaleras, avalera, avalerons, avalerez, avaleront)
-
absorber Verb (absorbe, absorbes, absorbons, absorbez, absorbent, absorbais, absorbait, absorbions, absorbiez, absorbaient, absorbai, absorbas, absorba, absorbâmes, absorbâtes, absorbèrent, absorberai, absorberas, absorbera, absorberons, absorberez, absorberont)
-
-
opnemen (opvangen)
surprendre-
surprendre Verb (surprends, surprend, surprenons, surprenez, surprennent, surprenais, surprenait, surprenions, surpreniez, surprenaient, surpris, surprit, surprîmes, surprîtes, surprirent, surprendrai, surprendras, surprendra, surprendrons, surprendrez, surprendront)
-
-
opnemen (inspreken)
enregistrer-
enregistrer Verb (enregistre, enregistres, enregistrons, enregistrez, enregistrent, enregistrais, enregistrait, enregistrions, enregistriez, enregistraient, enregistrai, enregistras, enregistra, enregistrâmes, enregistrâtes, enregistrèrent, enregistrerai, enregistreras, enregistrera, enregistrerons, enregistrerez, enregistreront)
-
-
opnemen (onthouden; opslaan)
enregister; retenir; mémoriser-
enregister Verb
-
retenir Verb (retiens, retient, retenons, retenez, retiennent, retenais, retenait, retenions, reteniez, retenaient, retins, retint, retînmes, retîntes, retinrent, retiendrai, retiendras, retiendra, retiendrons, retiendrez, retiendront)
-
mémoriser Verb (mémorise, mémorises, mémorisons, mémorisez, mémorisent, mémorisais, mémorisait, mémorisions, mémorisiez, mémorisaient, mémorisai, mémorisas, mémorisa, mémorisâmes, mémorisâtes, mémorisèrent, mémoriserai, mémoriseras, mémorisera, mémoriserons, mémoriserez, mémoriseront)
-
-
opnemen
Konjugationen für opnemen:
o.t.t.
- neem op
- neemt op
- neemt op
- nemen op
- nemen op
- nemen op
o.v.t.
- nam op
- nam op
- nam op
- namen op
- namen op
- namen op
v.t.t.
- heb opgenomen
- hebt opgenomen
- heeft opgenomen
- hebben opgenomen
- hebben opgenomen
- hebben opgenomen
v.v.t.
- had opgenomen
- had opgenomen
- had opgenomen
- hadden opgenomen
- hadden opgenomen
- hadden opgenomen
o.t.t.t.
- zal opnemen
- zult opnemen
- zal opnemen
- zullen opnemen
- zullen opnemen
- zullen opnemen
o.v.t.t.
- zou opnemen
- zou opnemen
- zou opnemen
- zouden opnemen
- zouden opnemen
- zouden opnemen
en verder
- ben opgenomen
- bent opgenomen
- is opgenomen
- zijn opgenomen
- zijn opgenomen
- zijn opgenomen
diversen
- neem op!
- neemt op!
- opgenomen
- opnemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
opnemen (tapen; opname)
-
opnemen (opslorpen)
-
opnemen (absorberen)