Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. opgeblazenheid:
  2. opgeblazen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opgeblazenheid (Niederländisch) ins Französisch

opgeblazenheid:


opgeblazen:

opgeblazen Adjektiv

  1. opgeblazen (opgezwollen; opgezet; gezwollen)
    gonflé; enflé
  2. opgeblazen (bombastisch; hoogdravend; pompeus; gezwollen)

Übersetzung Matrix für opgeblazen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
grandiloquent hoogdraver
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ampoulé bombastisch; gezwollen; hoogdravend; opgeblazen; pompeus
bouffi bombastisch; gezwollen; hoogdravend; opgeblazen; pompeus bol; bolvormig; kogelvormig; opgebold; pafferig
boursouflé bombastisch; gezwollen; hoogdravend; opgeblazen; pompeus
emphatique bombastisch; gezwollen; hoogdravend; opgeblazen; pompeus hoogvliegend
enflé gezwollen; opgeblazen; opgezet; opgezwollen bol; bolvormig; kogelvormig; opgezet dier; vet; vettig
gonflé gezwollen; opgeblazen; opgezet; opgezwollen aangedikt; bol; bolstaand; opgebold; opgepompt; pafferig; uitpuilend
grandiloquent bombastisch; gezwollen; hoogdravend; opgeblazen; pompeus ambitieus; eerzuchtig; streverig
pompeusement bombastisch; gezwollen; hoogdravend; opgeblazen; pompeus
pompeux bombastisch; gezwollen; hoogdravend; opgeblazen; pompeus groots; weids

Verwandte Wörter für "opgeblazen":


Wiktionary Übersetzungen für opgeblazen:


Cross Translation:
FromToVia
opgeblazen gonflé bloated — swollen with fluid or gas