Übersicht
Niederländisch nach Französisch: mehr Daten
- ontwateren:
-
Wiktionary:
- ontwateren → déshydrater, essorer
Niederländisch
Detailübersetzungen für ontwater (Niederländisch) ins Französisch
ontwateren:
-
ontwateren
évacuer; faire écouler-
évacuer Verb (évacue, évacues, évacuons, évacuez, évacuent, évacuais, évacuait, évacuions, évacuiez, évacuaient, évacuai, évacuas, évacua, évacuâmes, évacuâtes, évacuèrent, évacuerai, évacueras, évacuera, évacuerons, évacuerez, évacueront)
-
faire écouler Verb
-
Konjugationen für ontwateren:
o.t.t.
- ontwater
- ontwatert
- ontwatert
- ontwateren
- ontwateren
- ontwateren
o.v.t.
- ontwaterde
- ontwaterde
- ontwaterde
- ontwaterden
- ontwaterden
- ontwaterden
v.t.t.
- heb ontwaterd
- hebt ontwaterd
- heeft ontwaterd
- hebben ontwaterd
- hebben ontwaterd
- hebben ontwaterd
v.v.t.
- had ontwaterd
- had ontwaterd
- had ontwaterd
- hadden ontwaterd
- hadden ontwaterd
- hadden ontwaterd
o.t.t.t.
- zal ontwateren
- zult ontwateren
- zal ontwateren
- zullen ontwateren
- zullen ontwateren
- zullen ontwateren
o.v.t.t.
- zou ontwateren
- zou ontwateren
- zou ontwateren
- zouden ontwateren
- zouden ontwateren
- zouden ontwateren
en verder
- is ontwaterd
- zijn ontwaterd
diversen
- ontwater!
- ontwatert!
- ontwaterd
- ontwaterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für ontwateren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
faire écouler | ontwateren | |
évacuer | ontwateren | afscheiden; aftappen; afvoeren; evacueren; ledigen; leeghalen; leegmaken; leegruimen; legen; lozen; ontruimen; tappen; uithalen; uitscheiden; uitschenken; uitstoten; uitwerpen |
Wiktionary Übersetzungen für ontwateren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ontwateren | → déshydrater; essorer | ↔ drain — Dry out a wet place |