Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. onbehaaglijkheid:
  2. onbehaaglijk:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onbehaaglijkheid (Niederländisch) ins Französisch

onbehaaglijkheid:

onbehaaglijkheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de onbehaaglijkheid (onbehagen; onvrede; onaangenaamheid; ontevredenheid; misnoegen)
    le mécontentement; le désaccord; le déplaisir; la discorde

Übersetzung Matrix für onbehaaglijkheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
discorde misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; ontevredenheid; onvrede botsing; conflict; debat; disharmonie; dispuut; doolhof; geschil; gespletenheid; gevecht; kamp; labyrint; meningsverschil; misnoegen; onbehagen; onenigheid; ongenoegen; onmin; ontevredenheid; onvrede; redestrijd; redetwist; ruzie; scheuring; schisma; strijd; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; twistgesprek; verdeeldheid; vete; warboel; warnet; woordenstrijd; woordenwisseling; worsteling
déplaisir misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; ontevredenheid; onvrede aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen; onbehagen; ongenoegen; onmin; ontevredenheid; onvrede
désaccord misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; ontevredenheid; onvrede botsing; conflict; misnoegen; onbehagen; onenigheid; ongenoegen; onmin; ontevredenheid; ontstemming; onvrede; ruzie; twist
mécontentement misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; ontevredenheid; onvrede aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen; onbehagen; ongenoegen; onmin; ontevredenheid; ontstemming; onvrede

Verwandte Wörter für "onbehaaglijkheid":


onbehaaglijkheid form of onbehaaglijk:

onbehaaglijk Adjektiv

  1. onbehaaglijk (onwennig)
  2. onbehaaglijk (ongezellig)
    désolant; triste; peu attrayant; morne; morose; tristement; sans joie; peu sociable; peu intime

Übersetzung Matrix für onbehaaglijk:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
désagréable onbehaaglijk; onwennig afgezaagd; afstotend; antipathiek; ellendig; hinderlijk; langdraadig; langwijlig; lastig; lelijk; melig; naar; niet schikkend; onaangenaam; onaantrekkelijk; onaardig; ongelegen; ongenietbaar; onhartelijk; onhebbelijk; onheus; onplezierig; onprettig; onverdraagzaam; onverkwikkelijk; onvriendelijk; onwelwillend; rot; saai; slecht geluimd; storend; stuitend; vervelend; wrang; zuur; zuur smakend
désolant onbehaaglijk; ongezellig akelig; beroerd; ellendig; grauw; misselijk; mistroostig; naar; naargeestig; onpasselijk; onwel; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos
morne onbehaaglijk; ongezellig afgezaagd; akelig; bedrukt; beroerd; doods; droefgeestig; eentonig; ellendig; gedrukt; grauw; melancholisch; melancholische; mismoedig; misselijk; mistroostig; moedeloos; monotoon; naar; naargeestig; neerslachtig; onpasselijk; onwel; pessimistisch; saai; slaapverwekkend; somber; suf; teneergeslagen; terneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; vervelend; verveloos; vreugdeloos; zwaarmoedig
morose onbehaaglijk; ongezellig akelig; bedroefd; bedrukt; beroerd; droef; droefgeestig; droevig; ellendig; gedrukt; grauw; kommervol; melancholisch; melancholische; mismoedig; misselijk; mistroostig; moedeloos; naar; naargeestig; narrig; neerslachtig; onpasselijk; onwel; pessimistisch; somber; teneergeslagen; terneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; vol met zorgen; vreugdeloos; zwaarmoedig
peu attrayant onbehaaglijk; ongezellig afstotend; grauw; lelijk; mistroostig; onaantrekkelijk; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos
peu intime onbehaaglijk; ongezellig grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos
peu sociable onbehaaglijk; ongezellig afstotend; lelijk; onaantrekkelijk; onaardig; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend
sans joie onbehaaglijk; ongezellig grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos
triste onbehaaglijk; ongezellig bedroefd; bedrukt; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; droef; droefgeestig; droevig; excessief; extreem; gedrukt; grauw; heel erg; hogelijk; kommervol; melancholisch; melancholische; mismoedig; mistroostig; moedeloos; naar; naargeestig; pessimistisch; smartelijk; somber; ten zeerste; terneergeslagen; triest; troosteloos; uitermate; uiterst; verdrietig; verdrietig makend; vol met zorgen; vreugdeloos; zeer; zwaarmoedig
tristement onbehaaglijk; ongezellig bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; grauw; heel erg; hogelijk; mistroostig; somber; ten zeerste; triest; troosteloos; uitermate; uiterst; vreugdeloos; zeer

Verwandte Wörter für "onbehaaglijk":


Computerübersetzung von Drittern: