Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. omvliegen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für omvliegen (Niederländisch) ins Französisch

omvliegen:

omvliegen Verb (vlieg om, vliegt om, vloog om, vlogen om, omgevlogen)

  1. omvliegen

Konjugationen für omvliegen:

o.t.t.
  1. vlieg om
  2. vliegt om
  3. vliegt om
  4. vliegen om
  5. vliegen om
  6. vliegen om
o.v.t.
  1. vloog om
  2. vloog om
  3. vloog om
  4. vlogen om
  5. vlogen om
  6. vlogen om
v.t.t.
  1. ben omgevlogen
  2. bent omgevlogen
  3. is omgevlogen
  4. zijn omgevlogen
  5. zijn omgevlogen
  6. zijn omgevlogen
v.v.t.
  1. was omgevlogen
  2. was omgevlogen
  3. was omgevlogen
  4. waren omgevlogen
  5. waren omgevlogen
  6. waren omgevlogen
o.t.t.t.
  1. zal omvliegen
  2. zult omvliegen
  3. zal omvliegen
  4. zullen omvliegen
  5. zullen omvliegen
  6. zullen omvliegen
o.v.t.t.
  1. zou omvliegen
  2. zou omvliegen
  3. zou omvliegen
  4. zouden omvliegen
  5. zouden omvliegen
  6. zouden omvliegen
en verder
  1. heb omgevlogen
  2. hebt omgevlogen
  3. heeft omgevlogen
  4. hebben omgevlogen
  5. hebben omgevlogen
  6. hebben omgevlogen
diversen
  1. vlieg om!
  2. vliegt om!
  3. omgevlogen
  4. omvliegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für omvliegen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
passer vite omvliegen
s'envoler omvliegen afreizen; afspatten; afspringen; afvliegen; fladderen; groeien; groot worden; omhoogkomen; opgroeien; opstappen; opstijgen; opstuiven; opvliegen; opwaaien; opwaarts vliegen; smeren; uitvliegen; vertrekken; verwaaien; verwijderen; wapperen; weggaan; wegreizen; wegstuiven; wegtrekken; wegvliegen; wegwaaien