Übersicht
Niederländisch nach Französisch: mehr Daten
- nationaliseren:
-
Wiktionary:
- nationaliseren → nationaliser
Niederländisch
Detailübersetzungen für nationaliseren (Niederländisch) ins Französisch
nationaliseren:
nationaliseren Verb (nationaliseer, nationaliseert, nationaliseerde, nationaliseerden, genationaliseerd)
-
nationaliseren
exproprier; nationaliser-
exproprier Verb (exproprie, expropries, exproprions, expropriez, exproprient, expropriais, expropriait, expropriions, expropriiez, expropriaient, expropriai, exproprias, expropria, expropriâmes, expropriâtes, exproprièrent, exproprierai, exproprieras, expropriera, exproprierons, exproprierez, exproprieront)
-
nationaliser Verb (nationalise, nationalises, nationalisons, nationalisez, nationalisent, nationalisais, nationalisait, nationalisions, nationalisiez, nationalisaient, nationalisai, nationalisas, nationalisa, nationalisâmes, nationalisâtes, nationalisèrent, nationaliserai, nationaliseras, nationalisera, nationaliserons, nationaliserez, nationaliseront)
-
Konjugationen für nationaliseren:
o.t.t.
- nationaliseer
- nationaliseert
- nationaliseert
- nationaliseren
- nationaliseren
- nationaliseren
o.v.t.
- nationaliseerde
- nationaliseerde
- nationaliseerde
- nationaliseerden
- nationaliseerden
- nationaliseerden
v.t.t.
- heb genationaliseerd
- hebt genationaliseerd
- heeft genationaliseerd
- hebben genationaliseerd
- hebben genationaliseerd
- hebben genationaliseerd
v.v.t.
- had genationaliseerd
- had genationaliseerd
- had genationaliseerd
- hadden genationaliseerd
- hadden genationaliseerd
- hadden genationaliseerd
o.t.t.t.
- zal nationaliseren
- zult nationaliseren
- zal nationaliseren
- zullen nationaliseren
- zullen nationaliseren
- zullen nationaliseren
o.v.t.t.
- zou nationaliseren
- zou nationaliseren
- zou nationaliseren
- zouden nationaliseren
- zouden nationaliseren
- zouden nationaliseren
en verder
- ben genationaliseerd
- bent genationaliseerd
- is genationaliseerd
- zijn genationaliseerd
- zijn genationaliseerd
- zijn genationaliseerd
diversen
- nationaliseer!
- nationaliseert!
- genationaliseerd
- nationaliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für nationaliseren:
| Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
| exproprier | nationaliseren | onteigenen |
| nationaliser | nationaliseren |
Wiktionary Übersetzungen für nationaliseren:
nationaliseren
verb
-
(overgankelijk) politiek|nld tot eigendom van de staat maken
- nationaliseren → nationaliser