Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. klos:
  2. klossen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für klos (Niederländisch) ins Französisch

klos:

klos [de ~] Nomen

  1. de klos (garenklos)
    le fuseau; la bobine de lin
  2. de klos (werktuig om garen te winden; spoel; haspel; winding; winder)
    la bobine

Übersetzung Matrix für klos:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bobine haspel; klos; spoel; werktuig om garen te winden; winder; winding band van bandrecorder; cilinder; facie; filmspoel; klos waarop garen gewonden wordt; klosje; schieter; schietspoel; spinklos; spinspoel; spoel
bobine de lin garenklos; klos
fuseau garenklos; klos cilinder; klosje; spinklos; spinspoel

Verwandte Wörter für "klos":


Verwandte Definitionen für "klos":

  1. blokje hout1
    • er moeten klossen onder het bed om het te verhogen1

Wiktionary Übersetzungen für klos:

klos
noun
  1. Petit cylindre de bois qui est garnir d’un rebord à ses deux extrémités et qui sert à filer au rouet, à dévider du fil, de la soie, de l’or, etc.
  2. Outil de dentelle

Cross Translation:
FromToVia
klos canette; bobine bobbin — small spool in a sewing machine
klos bobine Spule — eine Rolle, die mit einem Faden umwickelt ist

klossen:

klossen Verb (klos, klost, kloste, klosten, geklost)

  1. klossen (lopen met geluid)

Konjugationen für klossen:

o.t.t.
  1. klos
  2. klost
  3. klost
  4. klossen
  5. klossen
  6. klossen
o.v.t.
  1. kloste
  2. kloste
  3. kloste
  4. klosten
  5. klosten
  6. klosten
v.t.t.
  1. ben geklost
  2. bent geklost
  3. is geklost
  4. zijn geklost
  5. zijn geklost
  6. zijn geklost
v.v.t.
  1. was geklost
  2. was geklost
  3. was geklost
  4. waren geklost
  5. waren geklost
  6. waren geklost
o.t.t.t.
  1. zal klossen
  2. zult klossen
  3. zal klossen
  4. zullen klossen
  5. zullen klossen
  6. zullen klossen
o.v.t.t.
  1. zou klossen
  2. zou klossen
  3. zou klossen
  4. zouden klossen
  5. zouden klossen
  6. zouden klossen
en verder
  1. heb geklost
  2. hebt geklost
  3. heeft geklost
  4. hebben geklost
  5. hebben geklost
  6. hebben geklost
diversen
  1. klos!
  2. klost!
  3. geklost
  4. klossend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

klossen [het ~] Nomen

  1. het klossen (geklos)
    le clapotis

Übersetzung Matrix für klossen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
clapotis geklos; klossen gekabbel; geklots; kabbeling
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
traîner ses pieds klossen; lopen met geluid

Verwandte Wörter für "klossen":


Verwandte Übersetzungen für klos